Dante’s Inferno

 

(c) Trui Hanoulle

Vandaag in #DSWeekblad een fotoreportage van Carolyne Drake over haar zwerftocht langs de Amu Darya en de Syr Darya, de twee machtige rivieren die ooit het Aralmeer voedden. Tot Sovjet-ingenieurs het stommelings drooglegden.

In 2007 reden Trui & ik van de bron naar de Amu Darya, hoog in het Tadzjiekse Pamir-gebergte, tot aan datzelfde verdwenen meer. En tot aan de gaskrater van Darvaza.

Op zeven maanden reizen krijgt een mens veel indrukken te verwerken. De tijd vervaagt die, tot ze  verworden tot schematische postkaarten van hoe het echt was.

Van één herinnering weet ik zeker dat ze scherp zal blijven. Hoeveel tijd er ook over gaat.
Darvaza. De poort naar de hel. In al haar schoonheid.

Fragment Meisjes, Moslims & Motoren – Dante’s Inferno

Maar dat is buiten Maksut gerekend. Een trip naar de gaskrater is een trip naar de gaskrater. Willen of niet, we gaan erheen. Met de moed der wanhoop hijsen we ons in de jeep. Maar Karim geeft ons geen kans om in slaap te vallen; hier is onze chauffeur in zijn element. Slippend en schuivend stuurt hij de jeep door de duinen. En hoe moe we ook zijn, dat is fun. Even later zitten we te joelen als uitgelaten kinderen. Aan de horizon lonkt een rode gloed. Wat we zien als we over de laatste duinrug heenglijden, vergeet ik nooit meer. De woestijn staat – letterlijk – in brand. Alles baadt in een fel rood licht. Onze chauffeur stopt boven in de zandvlakte en wijst naar een gigantische gloeiende streep in het zand. ‘Ga maar.’ Langzaam lopen we op de krater af. De rode lijn trekt krom, zwelt, wordt breder. Het vage geruis van het vuur zwelt aan tot een luid gebrul.

(c) Trui Hanoulle

De hitte neemt toe met elke meter die we afleggen. Als motten worden we aangetrokken door het feloranje schijnsel. Als de wind draait, schroeit de hete lucht onze wenkbrauwen. De stilte van de woestijn moet wijken voor het gebulder van het vuur in de diepte. Even later staan we aan de rand van een immense, diepe krater. Dit is magisch. Gefascineerd blijven we staan, het duurt minuten voor de eerste betovering uitgewerkt is en we ons weer kunnen bewegen. Langzaam lopen we om de krater heen, elk apart. Dit is iets dat je alleen moet voelen, het is te groot, te overweldigend. Ik ga op de rand zitten en staar in het vuur. Zo moet Dantes Inferno er uitzien. Af en toe vliegt er een vogel over. Een witte, overbelichte, spookachtige schim in de donkere woestijnnacht.

(c) Gaea Schoeters

Maksut vertelt ons dat dit vreemde fenomeen het gevolg is van een ongeluk bij de gasboringen in de jaren 50. ‘Waar nu de put ligt, stond eigenlijk een boorplatform. Jammer genoeg boven op een gasbel, dus de grond begaf het en het hele zaakje stortte in. Sindsdien is de krater blijven branden, dag en nacht, al meer dan vijftig jaar lang. Ze willen het vuur niet doven, omdat er dan giftige gassen ontsnappen.’ Als we hem vragen of er doden vielen bij deze ramp, schudt hij zijn hoofd. ‘No. Just the workers.’

Ons boek over de reis, Meisjes, Moslims & Motoren, is helaas uitverkocht.
Alleen als ‘e-book’ is het nog verkrijgbaar, en wel hier.