Met alle respect…

www.theomaassen.nl

Als het niet voor hem was geweest had ik het nooit gedaan.
Het moet gezegd, er zijn weinig mannen voor wie ik zoiets over heb: zonder avondeten op een te vroege overvolle trein klauteren, platgedrumd worden in het station door 10000-en medemensen die, nu alle gloeilampen thuis stilaan verplicht door spaarlampen vervangen zijn, per se naar het Lichtfestival willen gaan kijken, 40 minuten op een snokvolle tram the long way round rond Gent rijden, er dan midden in die mensenzee van verrukte ogen uitgeflikkerd worden op een compleet verkeerde plaats, en vervolgens twee kilometer rennen op hoge hakken om toch nog op tijd in de Capitole, tempel van burgerlijkheid en musicalvertier, te geraken voor de deuren sluiten om daar opgejaagd door te magere zaalmeisjes zonder drankje nog nahijgend neer te zijgen op een met kauwgum beplakte stoel tussen drie malloten die op hun iPhone nog snel even de voetbaluitslagen van AAGent volgen terwijl het licht al dooft.

And yet. Voor Theo Maassen doet een mens al eens iets extra.

De laatste keer dat ik in de Capitole was, bestond die nog uit ruw beton; ik vergeet het nooit, want we stonden op het dak naar de Gentse binnenstad te kijken, toen één van ons telefoon kreeg van zijn dochter in New York. Dat er zich een vliegtuig in de Twin Towers had geboord… en dat ze nu ging ophangen, want dat er nog een tweede vliegtuig aankwam en ze het gevoel had dat dat misschien… Dat is mijn associatie bij deze plaats: trillend glas dat welft als water, in elkaar zakkende gebouwen en massa’s opwaaiend stof.

Hetzelfde kan gezegd van de nieuwe show van Theo Maassen. De dwarse Hollander doet weer helemaal waar hij goed in is; hij rijgt min of meer naadloos de seksistische, racistische, politiek-incorrecte, superrechtse grappen aaneen in een show die diep vanbinnen toch oerlinks blijft. Op het slordige, wat flauwe slot na lag het tempo behoorlijk hoog en was het geen drama dat we geen drankje meer hadden gekregen, want drinken zout och onmogelijk zijn geweest in de snelle opeenvolging van lachen, gegeneerd zwijgen, slikken en met open mond gapen waar hij het publiek doorheen joeg.

Iedereen kreeg er van langs, van de gedroomde open doelen (Wilders & het Koningshuis) tot de Marokkaanse straatschoffies en de Joden, zijn vriendin, de grootse pedo-lobby van Nederland (‘nee, ik bedoel niet Martijn, maar de rooms-katholieke kerk’), nog een keertje zijn vriendin,  de Balkanstraatviolisten (‘die mensen die de Panfluitindianen hebben verjaagd’), de maatschappij an sich, nog een keertje zijn vriendin, maar bovenal: het publiek. Want Maassen sloeg wel heel hard op een hele zere plek – dat het grote gevaar niet de islamisering is, want dat de wereld voor het zover komt al lang aan verdomming ten onder zal zijn gegaan. ‘Ik dacht dat er ondergrens was aan hoe dom je kan zijn, maar blijkbaar is er daaronder nog een kruipruimte. Blijf daar dan ook op verkiezingsdag!’ Het stemt tot nadenken. Maar doet het dat ook? Of lachen we dat weg & doen we rustig verder? Is zo’n show nu echt een spiegel, een wake-up call, of blijft het toch vooral een avondje amusement waarmee we bovenal ons geweten willen sussen? Om nadien weer lekker in de zetel te gaan liggen en een pak chips open te trekken, zonder iets te doen voor de kinderen in Afrika (de Michel Martin-vergelijking die hij daar neerlegde was een van de meest pijnlijke grappen van de avond)?

Tijd om de zaal eens rond te kijken, denk ik dan. Hoeveel gène zie ik? Hoeveel echt gelach, en hoeveel pijnlijke groene grimlachjes?

Gelukkig heb ik in een ver verleden leren simultaan-tolken; de ideale hersentraining voor wie zijn hersenhelften afzonderlijk wil laten functioneren onder stressy omstandigheden. Dus kon ik ondanks alles toch nog vaststellen hoe verrassend welwillend Vlamingen meegaan in een show die toch wel erg Nederlands is van insteek en cultuur, een goodwill die ze nooit aan de dag zouden leggen tegenover Waalse referenties, dat de helft van de pedo-grappen wel erg gratuit was, maar misschien toch niet overbodig, af te meten aan de decibels van het gelach -misschien is het dus toch waar dat we die pijnlijke humor nodig hebben om onze maatschappelijke trauma’s collectief te verwerken-, dat je om je publiek een politieke (linkse) boodschap te doen slikken minstens 40% seksistische grappen moet vertellen -die vrouwen overigens net zo leuk vinden als mannen, iets wat ik al langer wist maar wat ze meestal niet luidop toegeven- om de zaal warm en bereidwillig te houden, en zelfs af en toe eens flink vulgair moet zijn – want dat je anders wellicht voor een ander publiek moet gaan spelen, wat misschien niet het beste idee zou zijn, want preaching to the converted …  om me halverwege toch enigzins bezorgd af te vragen me af te vragen of je van zo’n show nu rechtser of net linkser wordt.
Mijn lief hield het erop dat het versterkt wat je al in je hebt, wat me toch niet helemaal geruststelde als ik de zaal rondkeek. Eerlijk gezegd ben ik razend benieuwd naar wat een politieke exit poll bij de uitgang zou hebben opgeleverd. Bovendien vraag ik me oprecht af of een Belgische cabaretier zich tegenover onze eigen politici en andere notabelen dezelfde -eh- vrijheden zou kunnen permitteren, of of we coulanter zijn als het niet onze eigen mensen betreft.

Maar los van al dat gedenk, was Theo het rennen meer dan waard. Want ‘al klopt het misschien niet helemaal’ wat hij daar op het podium uitkraamt, ‘het is wel waar’. En over een pak van zijn grappen zou ik precies hetzelfde kunnen zeggen wat hij eerder die avond over Ghandi zei:

 ‘Die gast en ik zitten helemaal op dezelfde lijn, en hij citeert mij ook wel eens.’  Dus… Blijven gaan, jongen!

Theo Maassen