Elfde gebod: gij zult niet ziek en dus onproductief zijn #DSAvond

18/10/2022, DSAvond —

De nieuwe vaccinatiecampagne van het Agentschap Zorg & Gezondheid is op z’n minst ongelukkig te noemen. Een groen griepvirusje dobbert rond in een koffietas onder de boodschap: ‘Laat griep je shift niet saboteren.’ Dat kun je met veel goede wil lezen als: ‘Laat je vaccineren zodat je collega’s niet besmet raken en jij je shift niet alleen moet draaien.’ Maar een veel voor de hand liggender lezing is: ‘Laat je vaccineren zodat je kunt gaan werken.’ Die boodschap was ook al te begrijpen uit de communicatie van de virologen over de covid-herfstgolf. Zo stelde Steven Van Gucht dat ‘mensen moeten beseffen dat hun uitval economische en sociale gevolgen heeft’. En ook Erika Vlieghe had het over ‘wat sectoren kunnen doen om besmettingen en absenteïsme laag te houden’. Kortom: hoofdzaak is niet (langer) de burger te beschermen tegen een mogelijk langdurige of gevaarlijke ziekte, maar de impact van diens ziekte op het bedrijfsleven te temperen. Voor de goede orde: ik ben geen antivaxer en ik heb niets tegen werken. Maar de griepcampagne is wel symptomatisch voor een algemene maatschappelijke tendens: de sociale verantwoordelijkheid schuift op van de overheid naar de burger. Op alle terreinen.

Kijk maar naar de energiecrisis. Terwijl de overheid er niet in slaagt echt iets te doen aan de uit de pan rijzende energieprijzen en de burger te behoeden voor dreigende armoede, krijgt die burger wel te horen dat hij de thermostaat naar beneden moet draaien en een extra trui moet aantrekken. Verglijdt die burger door de energiefactuur toch in de armoede, dan moet hij ook niet rekenen op de overheid. Scholen en vrijwilligersorganisaties moeten maar de boterhammendozen vullen van kinderen die met een lege maag op de schoolbanken zitten. Net zoals het publiek de cultuursector maar moest steunen tijdens de pandemie, door zijn aangekochte tickets niet terug te vorderen. Of de vele initiatieven tijdens de Warmste Week, waarin liefdadigheid overheidssteun vervangt. Het meest cynische voorbeeld is misschien wel de ecologische crisis: vliegtuigen mogen leeg opstijgen om geen slots te verliezen, bedrijven mogen ongeremd (en zelfs met overheidssteun) blijven vervuilen, maar de burger moet groener gaan leven. Hij mag met zijn oude autootje de lage-emissiezone niet meer in. Cruiseschepen wel. Hij moet zijn woning isoleren. Een warmtepomp installeren. Zonnepanelen aanschaffen. Elektrisch rijden.

Waar de overheid ecologische, sociale en educatieve beleidsdaden steeds weer uitstelt omdat ze begrotingsgewijs niet haalbaar zijn, of economisch niet realistisch, moet de burger de maatregelen wel zien te bolwerken. En te financieren. Hic et nunc. Want de burger, zo lijkt het wel, is verantwoordelijk voor het welzijn van de staat. Een bizarre betekenisomkering van het woord verzorgingsstaat, veroorzaakt door politiek managementdenken dat economische groei voorrang geeft boven sociale grondrechten.

Zoals altijd treft dat woekerende outsourcingvirus eerst de zwaksten. Zij die geen nieuwe ‘schone’ auto kunnen betalen. Zij die moeten kiezen tussen elektriciteit en een volle winkelkar. Zij die buiten slapen omdat de overheid de vluchtelingenopvang, nochtans ook een basisrecht, niet meer gebolwerkt krijgt. De zwaksten. De meest kwetsbaren. Was de zorgplicht van de overheid niet in de eerste plaats voor hen bedoeld?