het stond er echt #demening #DSAVOND

DSAvond, 21/10/2022 — Ik wou vandaag iets schrijven over ontlezing. En het belang van degelijk leesonderwijs. Ons land bengelt onderaan de Europese klas als het op begrijpend ­lezen aankomt, en de literatuur krijgt steeds minder aandacht in de lessen Nederlands. Onderzoek naar de leescrisis in Nederland leidde tot opmerkelijke bevindingen. Dat begrijpend lezen ook de basis is voor andere vakken, en goede lezers later betere arbeidskansen hebben. Dat wie elke dag een uur leest jaarlijks vier miljoen woorden voorbij ziet komen. Dat het opleuken van literatuuronderwijs contraproductief werkt. Al te vaak focussen leraren op het onderwerp van een boek, zodat literatuuronderwijs verzandt in ­praten over boeken die je niet eens hoeft gelezen te hebben. Over het boek zelf, vorm of inhoud, gaat het nog zelden. Het geschrevene wordt overbodig. Wat dodelijk is voor de leesontwikkeling. En waardoor leerlingen niet eens meer in staat zijn Anne Franks dagboek te lezen op de leeftijd dat zij het schreef. Ik had zelfs al een slotzin voor mijn stuk: ‘Dus, beste leraar, maak lezen niet te leuk, je helpt er niemand mee.’

Deep reading, teksten begrijpen, wordt daardoor ook een steeds ­groter probleem. Waardoor jongeren ook minder kritisch en analytisch denken. Zelf was ik als kind een uitzonderlijk goed lezer. Een voorsprong die ik te danken had aan het feit dat ik met boeken ben opgegroeid, we geen televisie in huis hadden en ik een voorbeeld kon ­nemen aan twee ­lezende ouders. Toch zijn er steeds meer momenten dat ook ik moeite heb om te begrijpen wat ik lees. Zo bleef ik haperen aan het bericht dat in onze hoofdstad minderjarige vluchtelingen in kartonnen tentjes op straat slapen, omdat ons land niet in staat is in ­opvang te voorzien. We zijn daar nochtans toe verplicht.

Toen ik probeerde te begrijpen waarom het niet lukt, raakte ik verstrikt in de wollige bewoordingen en het gekibbel van politici. Die ‘er niet uit raakten’. Waardoor het nog wat langer zal duren. En die getraumatiseerde kinderen nog wat langer op straat moeten leven. Toen ik las dat de politie hun tentjes op bevel van de Brusselse burgemeester had vernietigd, ‘omdat we anders het signaal geven dat het oké is dat jongeren buiten slapen’, brandde er ergens een zekering door. Natuurlijk zou je tussen de regels kunnen lezen dat de burgemeester probeert een opening naar echte opvang te forceren. Al zou het ook kunnen dat hij het tentenkamp gewoon weg wil uit zijn stadsbeeld.

Voor beide lezingen zijn achterliggende politieke motieven te bedenken. Maar soms is close reading niet aan de orde. Soms moet je gewoon willen zien wat er staat. Zwart op wit. En wat er aan de hand is. In de realiteit. En dat is heel simpel: in Brussel leven mannen, gezinnen en kinderen op straat. Noodgedwongen. Omdat België, een rijk West-Europees land, dat probleem niet wil oplossen. Omdat we meer bezig zijn met politieke spelletjes dan met mensen. Omdat we voor die vluchtelingen niet willen doen wat we voor witte Oekraïense vluchtelingen wel deden. Namelijk: ons best. En dus brengen we willens en wetens die mensen in gevaar: hun gezondheid, mentaal en fysiek, hun veiligheid, hun toekomst. We ontnemen hun het recht op bijstand, onderdak en ontwikkeling. Over hun leesonderwijs wil ik het nog niet eens hebben. Al zullen ze, als ze laaggeletterd blijven, minder kansen hebben, later.

Hoe dierbaar de literatuur mij ook is, ik kan niet over boeken schrijven op een moment dat mijn regering zich zo misdraagt. Op zo’n moment blijft er alleen diepe schaamte over. En woede. Tegenover zoveel onkunde. Zoveel onwil. En zoveel onverschilligheid. (Wat helpt het een centrum bij te bouwen, als er geen personeel is? Vrije plaatsen zijn er nu ook, maar net daarom kunnen ze niet gebruikt worden. En waar slapen de mensen terwijl er gebouwd wordt?) Als de heren en dames politici op school wat meer romans over vluchtelingen hadden gelezen, zouden ze misschien anders met hen omgaan. Want ook daartoe leidt lezen: empathie.