Het zijn preutse tijden #Seks&Jeugdliteratuur #DSLetteren

24/10/2014, DSLetteren – Jongeren worden overspoeld door internetporno, maar seks in kinder- en jeugdboeken blijft een gevoelige kwestie. Ook voor auteurs. Het was Floortje Zwigtman die op FB de vraag opwierp: ‘Er zijn zoveel ongeschreven regels. Hoe oud moeten personages zijn voor ‘de eerste keer’? Wat mag net nog wel, wat mag net weer niet? Hoe lossen jullie het op?’ Meteen regende het reacties van collega’s. De vraag leeft, zoveel is zeker.

AIDAN CHAMBERS – DE STAMVADER

‘Sommige van mijn boeken zijn hier en daar verboden; elders zijn ze verplichte lectuur. Tegenwoordig kan er veel, maar toen ik in 1978 Verleden week uitbracht waren ‘expliciete’ scènes en taal niet toegelaten in jeugdboeken. In dat boek masturbeert het hoofdpersonage, maar ik beschrijf zijn gedachten en gevoelens, niet wat hij doet. Seksscènes die alleen fysieke handelingen beschrijven, zijn niet meer dan porno. Meestal zijn ze onbedoeld grappig of gênant. Een ‘goede’ seksscène draait om de emotionele ervaring, en de consequenties – wat erna komt. Data (ruwe informatie) zijn zinloos; fictie moet dat omzetten naar iets anders. Het DNA van elk verhaal is: wat gebeurt er, met wie, wanneer, waar en waarom. En het is het waarom dat ertoe doet.’

‘Ik bekijk een scène altijd vanuit het perspectief van de personages. Geen enkele auteur weet wie zijn boeken leest, en hoe die lezers op een scène reageren. Mijn vuistregel is dat ik kan schrijven wat de personages kunnen weten. Sommige personages weten maar heel weinig over seks, andere meer.’

‘Zelf begon ik pas te lezen rond mijn 15de. Toen, eind jaren 40, zat er nog geen seks in boeken. Als het tot vrijen kwam, stond er een witregel en begon de volgende paragraaf met ‘Nadien…’  Nochtans wilde ik, zoals alle tieners, graag meer weten over seks. Dus toen ik professioneel begon te schrijven, besloot ik de seks niet weg te laten.’

KATHLEEN VERREECKEN – SEKS IS NODIG

‘Ik ben blijven steken in de masturbatiefase, denk ik, want meestal zijn dat de seksscènes in mijn boeken. (lacht) Dat is voor jongeren ook het meest herkenbare. Tieners zijn echt hormonenbommen. Dus gaan ze op zoek naar boeken waar seks in voorkomt. Logisch, toch. ik begrijp niet goed waar die preutsheid over seks in jeugdliteratuur vandaan komt. Wellicht doordat volwassenen opgewonden raken van zo’n scène, en zich voorstellen dat jongeren dat ook doen, wat ze gênant vinden. Zoals je niet wil nadenken over het feit dat je ouders vrijen, maar dan omgekeerd. Of algemener: ik denk dat preutse mensen seksuele opwinding tijdens het lezen als ongewenste intimiteit ervaren.’

‘Seks in jeugdboeken heeft zijn bestaansrecht, nu zelfs meer twintig jaar geleden, precies omdat seks en porno in onze maatschappij zo alomtegenwoordig zijn. Tieners krijgen zoveel mechanische, vreugdeloze seks te zien… Als jeugdboekenschrijver kan je dat tenminste in een context plaatsen, en laten zien dat seks ook emotionele aspecten heeft.’

‘Maar het zijn preutse tijden. Onlangs zat mijn zoon, een twintiger, met vrienden in oude Tiny’s te bladeren. Ze kwamen tot de conclusie dat zoiets nu niet meer zou kunnen, want dat het voer voor pedofielen is, omdat je overal haar slipje ziet. Triest maar waar: we hebben van kinderen aseksuele wezens gemaakt uit angst voor vieze ventjes met slechte bedoelingen. Daarom is seks in historische jeugdboeken zoveel makkelijker: in pakweg de 18e eeuw gebeurde alles openlijk. Ouders en kinderen sliepen in dezelfde kamer, die gastjes hoorden gewoon wat er gebeurde. Zoals in Ik denk dat het liefde was, waar Leon ligt te luisteren naar de kreetjes van zijn pleegouders.’

ANNA VAN PRAAG – DUBBEL TABOE

‘In ‘Kom hier Rosa’ tackle ik twee taboes in één: ik schrijf niet alleen expliciet over een ontmaagding, maar ook nog eens over seks met een oudere man, zonder daar een oordeel over te vellen. Daar schrikken mensen van: het is voor 14+, maar veel boekhandels zetten het op oudere planken. En buiten Europa ligt het helemaal moeilijk: een Japanse uitgever wilde het dolgraag vertalen, tot hij bij de seksscènes kwam. Toen sprong de deal af.’

‘Ik wilde alles zo veel mogelijk benoemen, niet naar de volgende scène springen zodra er een truitje uitging. Helaas heeft de Nederlandse taal niet de mooiste woorden voor geslachtsdelen. Kut is zo’n naar woord, dat kreeg ik niet mooi in dat boek, en als verkleinwoord is het helemaal niets. Ik had zo graag ‘to make love’ gebruikt; vrijen vind ik zo’n zielig jaren ’60-woord, neuken is dan weer veel te hard. Ik wilde vooral over een leuke ontmaagding schrijven, gewoon vanuit de verliefdheid. Eigenlijk is mijn boek heel braaf: ik zeg dat seks voortvloeit uit liefde. Hoe braaf kan je het maken voor jongeren?’

‘Ik heb een grenzeloos vertrouwen in kinderen: ik geloof dat ze zelf filteren wat voor hen relevant is. Als ze nog niet met seks bezig zijn, lezen ze vluchtig over die passages heen, en gaat het vooral over vriendschap. Jongeren van nu zijn wel braver dan wij vroeger: ze  conformeren zich meer,  gebruiken minder drugs, en beginnen later met seks. Dus heb ik uit mijn volgende boek, met pijn in het hart, de pijpscène geschrapt. Want als ik een hoofdpersoon van 16 met een wild seksleven opvoer voor lezers die nog niet zoenen, vervreemd ik van mijn publiek.’

 

TED VAN LIESHOUT – NIET ROMANTISCH

‘Schrijvers kunnen van seks iets persoonlijks maken, want lezers vereenzelvigen zich met je personages, dus als die seks beleven, komt het opeens dichtbij. Je kan helemaal meegaan met een personage, en nagaan hoe dat bij jezelf zit. Maar het is wel cruciaal dat de lezer zich kan inleven; als ik bijvoorbeeld een boek over transseksualiteit zou schrijven, zou ik dat niet bij de hoofdpersoon leggen. Dat is voor jongeren te ver van hun bed. Voor homoseksualiteit ligt dat anders: in onze puberteit stellen we ons allemaal vragen over de grens tussen vriendschap en liefde, dus dat is voor iedereen herkenbaar, wat het antwoord ook wordt.’

‘Zinnen als ‘ze bevredigen elkaar tot wederzijds genoegen’ vind ik vreselijk; als je seks beschrijft, moet je er niet omheen draaien. Er is ook niets romantisch aan; de romantiek zit in het knuffelen, voor de haard liggen, naar de film gaan. Als je het zo voorstelt, geef je jongeren een fout beeld, want meestal gaat het er plompverloren aan toe. Als je je lezer de indruk geeft dat seks iets heel verhevens is, en die komt erachter dat dat niet klopt, dan voelt die zich ook genaaid.’

‘Ik heb lang gedacht dat ik ooit met iemand in vertraagde beelden over het strand zou hollen, maar dat gebeurde niet. Toen ik met iemand naar bed ging, was dat heel anders, waardoor ik dacht: misschien bestaat liefde niet en kan ik alleen maar seks krijgen. Want ik verwachtte iets heel romantisch, zoals het mij was voorgesteld. En dus was ik teleurgesteld. Daarom mag het van mij wat pragmatischer.’

 

PER NILSSON – NOOIT GENOEG
‘-Waarom schrijf je zoveel over seks? vragen jongeren me vaak als ik in scholen spreek.
-Dat doe ik niet, zeg ik dan.
-Jawel.
-Maar ik beschrijf het niet. Ik schrijf gewoon nu zijn ze aan het neuken of zoiets.
-Je schrijft veel over seks, houden ze vol.
Wat moet ik daarop zeggen?
Ik wou dat ik meer over seks geschreven had. Meer en beter.’

‘Elke Europese jongen van 12 heeft 12000 pornoclips gezien. Of niet natuurlijk. Maar veel jongens en meisjes hebben al veel porno gezien voor ze zelf beginnen te experimenteren. Ik denk dat goede en eerlijke beschrijvingen van seks tussen jongeren erg nodig zijn. Verhalen waarmee ze zich kunnen identificeren. Verhalen die er emotie aan toevoegen.’

‘Toen ik 16 was, had ik een leraar die vaak over seks praatte. Vreselijk vond ik dat. Wie dacht hij wel dat hij was, wat wist hij ervan? Een oude viezerik, dat was hij. (Hij was 35 of zo). Nu ben ik 60 en praat ik elk jaar in 150 klassen met tieners over seks. En ik heb boeken geschreven waarin tieners vrijen. Ben ik een vieze oude man? Ik vertrouw erop dat jongeren nu ruimdenkender zijn dan ik was. En dat zijn ze. “Als je over seks schrijft, gebruik je dan je eigen ervaring?” vraagt zo’n meisje van 16 soms, en kijkt me daarbij recht in de ogen. Zonder schaamte.’

MARITA DE STERCK – WERELDWIJD

‘Erotiek is een belangrijk onderdeel van de groeifase van jongeren. Te vaak denk ik bij coming-of-age boeken: waar is de lichamelijkheid? Dat ik het thema wel wil bespelen, is een statement tegen de vertrutting van kinder- en jeugdliteratuur, waarbij bloot en dood, agressie en erotiek worden afgeslagen van het leven.’

‘In Bloei/Stoute meisjes overal, mijn bundel met erotische volksverhalen, vertel ik over een meisje met tanden in haar vagina, dat daardoor geen vriendje kan krijgen. Dan zie je zo’n klas stomverbaasd opkijken. Die verbazing is een heel boeiende emotie: een moment van stilstand in hun hoofd, waarna ze proberen dat verhaal te duiden. Precies dat is de verdienste van die wereldverhalen: het zijn voorouderlijke stemmen die ons iets bijbrengen over liefde en lijf. En omdat jongeren nog nooit op zo’n manier zijn aangesproken over seks, gaan ze er ook anders over nadenken.’

‘Het over-expliciete vind ik zelden spannend, ik hou meer van suggestie. Er mag iets met de lichamen bougeren, maar dan moet er ook iets met taal gebeuren. En in een roman moet het echt uit de personages komen. Zoals in De hondeneters: die jongen is 17 en wil op alle fronten losbreken, dus klopt het dat hij dat ook seksueel doet. Wat mij intrigeert als auteur is: hoe zouden mijn personages het doen?’

FLOORTJE ZWIGTMAN – LITERAIRE STRIPTEASE

‘In de Groene Bloem-trilogie zit heel wat expliciete homoseks. Dat kon niet anders: ik had gekozen voor een schrijfstijl waarbij ik Adrian volgde zoals een camera in een realityshow. Dan kan je moeilijk de deur dichtgooien zodra hij een slaapkamer instapt.’

‘Buitenlandse uitgevers, zeker Angelsaksische, schrikken daar erg voor terug. Het idee dat boeken de jeugd kunnen bederven leeft er echt nog. Wat natuurlijk onzin is, jongeren lezen ook volwassenliteratuur; ga je al die romans in gesloten kasten buiten het bereik van kinderen bewaren? Maar jeugdliteratuur moet stichtend zijn. Alsof jongeren alles doen wat wij opschrijven. Ik wou dat het zo was.’

‘Ik word er zo moe van dat het nog steeds een punt is; in andere beschavingen, zoals bij de Romeinen, mochten mensen ongehinderd genieten van zintuiglijkheid. De gêne die wij voelen is de erfenis van 2000 jaar christendom. Die cultureel aangeleerde schroom waardoor we ons afkeren van elke vorm van zintuiglijk genieten is een hardnekkige vorm van sadisme.’

‘Zelf ontdekte ik erotiek in de 19e-eeuwse literatuur, zoals de Klokkenluider van de Notre Dame, waarin iedereen erg sompig tekeergaat zonder dat er geslachtsdelen met elkaar in contact komen; je krijgt even iets te zien, en meteen is het weer weg. Van die literaire striptease heb ik geleerd hoeveel je kan suggereren.’

‘Seks schrijven is heel leuk, maar ook moeilijk, een soort hyperschrijven. Het gevaar om door te schieten is levensgroot, je moet ontzettend je woorden wegen: is dit niet te weinig, niet te veel, niet pathetisch, niet belachelijk… Als je in de flow zit gaat het vanzelf, net als vrijen, maar je kan ook heel schrijfimpotent zijn; dan komt het juiste woord niet spontaan, maar kan het alleen met hulpmiddelen moeizaam gevonden worden.’

Leestips 

Aidan Chambers – Je moet dansen op mijn graf – Dit is alles. Het hoofdkussenboek van Cordelia Kenn

Kathleen Verreecken – Ik denk dat het liefde was – Wreed schoon – Zijdeman

Per Nilsson – De geur van Melisse – 15 – 17

Anna Van Praag – Kom hier Rosa

Marita De Sterck – Stoute meisjes overal – En rijen is plezant –  De hondeneters

Ted Van Lieshout – Gebr. – Zeer kleine liefde – Hou van mij

Floortje Zwigtman – Spiegeljongen – Tegenspel – Schijnbewegingen