A(h)rm, Vlaanderen

Ah, Vlaanderen. Het land waar middelmatigheid tot een nationale deugd is verheven. Waar we, op bescheiden wijze en zonder uitbundigheid, dat spreekt voor zich, houden van wat nietszeggend is, en onbeduidend, en ongevaarlijk. Waar karakterloos een synoniem is voor virtuoos en we op duizend manieren geen mening kunnen hebben. Waar we als geen ander met z’n allen in elkaars gat kruipen en alles zo schoon vinden dat elk debat dood is. Of, als we dat niet vinden, vooral zwijgen. Omdat wie zijn nek uitsteekt zijn kop kwijt is. In de kunsten en in de politiek. Vlaanderen. De geschiedenis trainde ons in buigzaamheid en onopvallendheid. Klein land, braaf land. Waar we alles wat echt niet door de beugel kan bedekken onder de lieflijke mantel van de nuance. Zodat we het, ongezien en langs achter, toch door de beugel kunnen duwen. Ja, Vlaanderen. Republiek van Grijze Muizen waar we de meest Grijze tot keizer kronen, omdat we stiekem hopen daar dan toch een beetje bij af te steken. Dat zeggen we dan stillekes, tegen onze vazallen die we trouwer achten dan de rest. Bij wijze van achterklap. Maar en public zeggen we, natuurlijk: “O, zo schoon.”