Found in Translation — Aflevering 3

15/12/2023 — Om te vieren dat mijn werk het afgelopen jaar (en ook de komende jaren) in zoveel talen vertaald is, heb ik besloten al mijn vertalers te interviewen. Omdat hun werk al te vaak onderbelicht blijft en zij meestal buiten beeld,  terwijl een boek in het buitenland maar zo goed is als zijn vertaler. Hun métier, koppigheid, taalgevoel, creativiteit en precisie zorgen ervoor dat een boek zijn ziel behoudt, dat het ritme klopt, het proza zingt, de betekenis niet verschuift en de spitsvondigheden niet afvlakken. In het beste geval wordt je boek er zelfs beter van dan het was. Omdat ik zelf ook weleens iets vertaal weet ik het maar al te goed: het is een (vaak onderbetaald) vak dat engelengeduld vraagt, vaak aartsmoeilijk en soms frustrerend is, maar dat ook intense voldoening kan schenken. En dat meer aandacht verdient.

Dus ziehier — een hommage aan de vertaler. In aflevering 3:
Noëlle Michel, die voor de European Prize of Literature een deel van Trofee naar het Frans vertaalde. (Het hele boek werd voor Actes Sud door Benoit-Thaddée Standaert naar het Frans vertaald – wat natuurlijk erg jammer was voor Noëlle, maar helaas vaker voorvalt als twee vertalers tegelijkertijd hetzelfde boek oppakken…)

Hoe begin je aan een vertaling?

Eerst lees ik het boek. Dan begin ik aan mijn eerste versie. Ik probeer al zo goed mogelijk te vertalen, maar er zijn natuurlijk veel stukjes waar het niet direct lukt, die markeer ik als ik ze erg moeilijk vind. Ik voeg ook veel commentaren toe in deze eerste versie: waar ik aan mijn interpretatie twijfel, wat ik niet goed begrijp, wat gecheckt zal moeten worden afhankelijk van wat er verder komt in het verhaal, wat terugkeert in het verhaal en speciale aandacht moet krijgen, waar ik later misschien een vraag zou stellen aan de auteur of aan collega’s, waar ik meer informatie moet controleren of opzoeken… Ik voeg ook referenties naar informatiebronnen toe zodat ik bij de volgende rondes gemakkelijk kan terugvinden bv wat een technisch woord betekent of waarom ik het zo heb vertaald.

Werk je nauw samen met een auteur, of net niet?
(En waarom? Wat zijn de voor- en nadelen ?)

Het hangt vooral af van de auteur. Ik pas me aan. Maar er zijn steeds vragen, en de hulp van de auteur is belangrijk. Ik vind het sowieso boeiend om van gedachten te wisselen met de auteur. Sommige vragen stel ik puur uit nieuwsgierigheid en hebben geen directe impact op mijn vertaling (maar het kan me helpen om de denkwijze van de auteur beter te begrijpen, natuurlijk). Ik ontmoet graag de auteur als het kan, maar meestal overleggen we via e-mail.

Voor mij voelt vertalen als lezen van binnenuit, waarbij je in het hoofd van de auteur probeert te kijken en dus analytisch naar een tekst kijkt. Kan je nog genieten van het boek als je het vertaalt ? Verandert vertalen je manier van lezen ?

Ik kan er nog steeds van genieten, en misschien zelfs meer, juist omdat ik me zo verdiep in het boek en de geest van de auteur! Ik moet erbij toevoegen dat ik zelf auteur ben. Dat verandert ook je manier van lezen. Dus het is voor mij sowieso moeilijk om niet te analytisch te lezen. Maar bij een goed, pakkend boek is er altijd een moment waar je de analyse loslaat en je je laat drijven door de woorden, dat is het mooie eraan.

Welk soort werk vertaal je meestal? Welke auteurs vertaal je (graag)?
Hoe kwam mijn tekst bij jou terecht?

Ik vertaal nu meestal romans en dat is wat ik het liefst doet, omdat het zo rijk en gelaagd is, je moet oog hebben voor het onuitgesprokene, voor het ritme, de muzikaliteit, het woordveld… Het maakt het vertalen nog een stuk meer uitdagend. Niet dat ik zo graag lijd, maar als je eens een mooie oplossing vindt, geeft dat veel voldoening!
Ik mocht fragmenten van Trofee naar het Frans vertalen in het kader van de Europese Union Prize for Literature.

Wat vond je fijn aan het vertalen van mijn werk, en wat net lastig ?
Waar lagen de uitdagingen, de moeilijkheden, de kansen? Welke passage heb je vervloekt?

Ik vond het vooral heel fijn omdat ik het zo een spannend en geestig boek vind. Het combineert alles wat ik graag heb in fictie (en het echoot daarom mijn eigen manier van schrijven): een sterk verhaal met veel spanning, iets dat je als lezer niet kan loslaten, en dat je tegelijk in de war stuurt, dat je forceert om na te denken over je eigen kijk op de wereld, jezelf vragen te stellen.

In hoeverre hou je bij het vertalen rekening met de huidige (taal)gevoeligheden?
Wordt dat expliciet gevraagd? Werkte je al samen met sensitivity readers?

Voorlopig merk ik weinig verandering bij uitgevers, niemand heeft me er tot nu toe zelfs over gesproken. Ik heb dus ook nog nooit gewerkt met sensitivity readers. Ik probeer wel sowieso op te letten om zo inclusief mogelijk te schrijven/vertalen. Dit is zeker belangrijk wanneer je vertaalt uit een meer genderneutrale taal als het Nederlands. Ik vind het ook boeiende debatten en ben steeds benieuwd naar de evolutie van de taal.

Is vertalen een kunst (en een kwestie van inspiratie) of toch eerder een vak (en dus métier)?

Ik zie het vertalen (net zoals het schrijven trouwens) vooral als een ambacht. Je leert het al doende, je kan veel theorie lezen maar je moet het echt uitoefenen om het onder de knie te krijgen. En dan is het vooral een kwestie van geduld, tijd en perfectionisme, van weer de tekst volledig na te lezen en hier en daar aan te passen. Maar het sluit de kunst niet uit: je hebt inspiratie en een creatieve geest nodig om goed te kunnen vertalen!

Wat zijn de kwaliteiten van een goede literaire vertaler?

Ik ben literair vertaler geworden omdat ik veel interesse heb voor taal en literatuur. Ik ben tegelijk ook zelf schrijfster geworden en de twee beroepen vullen zich heel mooi aan.
Om een goede literaire vertaler te zijn moet je vooral vertalen! Je moet geduldig zijn, en ook veeleisend ten opzichte van jezelf. Er zijn weinig beroepen waar je zoooo perfectionistisch mag en moet zijn!

Née à Dijon, Noëlle Michel vit à Gand, en Belgique. Ingénieure de formation, elle traduit désormais du néerlandais des romans, des essais et des ouvrages pour la jeunesse. Elle a notamment signé la traduction du roman d’Hanna Bervoets Les choses que nous avons vues (Le bruit du monde, 2022). Écrivaine, elle a publié en 2020 son premier roman Viande (LiLys Éditions), et en 2023 son deuxième roman Demain les ombres (Le bruit du monde), qui va être traduit en anglais et en néerlandais.