Found in Translation — Aflevering 6

26/01/2024 — Om te vieren dat mijn werk het afgelopen jaar (en ook de komende jaren) in zoveel talen vertaald is, heb ik besloten al mijn vertalers te interviewen. Omdat hun werk al te vaak onderbelicht blijft en zij meestal buiten beeld,  terwijl een boek in het buitenland maar zo goed is als zijn vertaler. Hun métier, koppigheid, taalgevoel, creativiteit en precisie zorgen ervoor dat een boek zijn ziel behoudt, dat het ritme klopt, het proza zingt, de betekenis niet verschuift en de spitsvondigheden niet afvlakken. In het beste geval wordt je boek er zelfs beter van dan het was. Omdat ik zelf ook weleens iets vertaal weet ik het maar al te goed: het is een (vaak onderbetaald) vak dat engelengeduld vraagt, vaak aartsmoeilijk en soms frustrerend is, maar dat ook intense voldoening kan schenken. En dat meer aandacht verdient.

Dus ziehier — een hommage aan de vertaler. In aflevering 6:
Christina Brunnenkamp, die naast een deelvertaling van Trofee  ook de opera Notwehr en de operette Boze bejaarden / Saure Senioren, die ik met Annelies Verbeke schreef, vertaalde naar het Duits. Componist Annelies Van Parys schreef voor beide de muziek, Saure Senioren werd in Duitsland voorgesteld tijdens Euroscene en Notwehr speelt op 10/03 in Leizpig in het kader van de Buchmesse, en nadien in Concertgebouw Brugge en op O(peradagen) Rotterdam.

13 vrijblijvende vragen

Hoe begin je aan een vertaling?

Ik zou willen zeggen dat ik altijd eerst het hele boek lees, maar dan zou ik liegen. Dat doe ik enkel voor fictie. Bij non-fictie begin ik meteen aan de vertaling. Als er dan in de loop van het proces blijkt dat ik iets in het begin verkeerd begrepen of vertaald heb, pas ik dat dan aan.

Bij fictie is het echt noodzakelijk dat je het hele verhaal en de stijl en toon van de schrijver kent om je te kunnen inleven en de tekst zo goed mogelijk in je eigen woorden na te bootsen.

Werk je nauw samen met een auteur, of net niet?
(En waarom? Wat zijn de voor- en nadelen ?)

Ik heb graag contact met mijn auteurs, maar vooral omdat schrijvers gewoon boeiende mensen zijn. Voor het vertaalproces zelf beperk ik me wel tot concrete vragen die ik echt niet opgelost krijg zonder extra uitleg. Ook is niet elke auteur even toegankelijk of geïnteresseerd in zijn of haar vertaler. Maar tot nu toe heb ik altijd een goed contact met de auteurs gehad.

Voor mij voelt vertalen als lezen van binnenuit, waarbij je in het hoofd van de auteur probeert te kijken en dus analytisch naar een tekst kijkt. Kan je nog genieten van het boek als je het vertaalt ? Verandert vertalen je manier van lezen ?

Twee keer ja. Je leest een boek veel intensiever als je het moet vertalen en je stelt je er meer en andere vragen bij dan als je gewoon voor je plezier leest. Alleen al door het feit dat je het tot je de vertaling instuurt zeker minstens vijf keer hebt gelezen, krijg je automatisch een totaal andere toegang tot het verhaal. Al wil dat niet zeggen dat je zeker mag zijn dat je het echt 100% zo hebt vertaald als de auteur het bedoelde.

Ik ben naast vertaalster ook bibliothecaris en de twee beroepen hebben nogal impact op mijn leesplezier. Ik lees bijvoorbeeld niet graag vertalingen uit talen die ik zelf kan lezen. Dan ben ik te hard bezig met terugvertalen en stoor me te veel aan formuleringen. Bij vertalingen uit andere talen kan ik ook makkelijker aannemen als een tekst een beetje vreemd klinkt. Door de boeken die ik uit professionele redenen lees, loop ik nogal achter met de boeken die ik voor mijn plezier heb gekocht en die zich thuis ongelezen opstapelen.

Welk soort werk vertaal je meestal? Welke auteurs vertaal je (graag)?
Hoe kwam mijn tekst bij jou terecht?

Ik ben pas laat met beroepsmatig vertalen begonnen, omdat je er zo weinig mee verdient. Daardoor heb ik nog niet zo enorm veel boeken vertaald en toevallig zijn ze nogal verschillend, maar het liefst vertaal ik volwassenen fictie. Poëzie vind ik ook fijn, maar alleen als je aan de dichter kunt vragen wat hij of zij bedoelde. Anders heb je soms echt het gevoel dat je gewoon aan het fantaseren bent en je vertaling nog nauwelijks iets met het origineel te maken heeft.

Jouw tekst kwam bij mij terecht, omdat een Duitse uitgeverij me om een leesrapport van Trofee had gevraagd, ik het boek fantastisch vond en het heel graag wou vertalen. Helaas wilde noch de uitgever die het leesrapport had gevraagd noch een van de andere uitgevers aan wie ik het boek nadien voorstelde het kopen. Uiteindelijk hapte dan iemand anders toe die al een vertaalster op het oog had. Je bood me toen de vertaling van Notwehr voor de Biënnale in Venetië aan en nadien de vertaling van de Boze Bejaarden, alle twee boeiende projecten.

Wat vond je fijn aan het vertalen van mijn werk, en wat net lastig ?
Waar lagen de uitdagingen, de moeilijkheden, de kansen? Welke passage heb je vervloekt?

Alle twee teksten zijn werken op/met muziek, al was de muziek voor Notwehr nog niet geschreven toen ik de tekst vertaalde – daar hoefde ik geen rekening mee te houden, maar het maakte het wel speciaal. Voor de Boze Bejaarden moest ik een aantal liedteksten vertalen waarvoor ik de nummers keer op keer heb moeten afspelen en meezingen. Heel plezant.

Welke moeilijke keuzes kwam je tegen en hoe ga je daarmee om?
Primeert voor jou ritme en kleur of precisie en betekenis?

Je probeert natuurlijk met beide rekening te houden, maar zeker bij gedichten primeren toch lichtjes ritme en kleur – al mag je natuurlijk niet te hard afwijken van de oorspronkelijke betekenis. In gedichten moet je daarvoor soms verzen herschikken, in proza is het meestal geen probleem de twee tegelijkertijd in het oog te houden.

In hoeverre hou je bij het vertalen rekening met de huidige (taal)gevoeligheden?
Wordt dat expliciet gevraagd? Werkte je al samen met sensitivity readers?

In Duitsland is de genderdiscussie al een tijdje geleden losgebarsten, op het belachelijke af. Ik probeer zo onopvallend mogelijk een inclusieve Duitse formulering te vinden. Met een sensitivity reader heb ik nog niet gewerkt, alleen op een aantal sensitivity websites rondgeneusd waar ik het antwoord op mijn vragen vond.

Is vertalen een kunst (en een kwestie van inspiratie) of toch eerder een vak (en dus métier)?

De twee. Zonder vak- en taalkennis moet je er natuurlijk niet aan beginnen, maar uiteindelijk geraak je er niet met techniek alleen. Er komt heel veel intuïtie aan te pas. Je moet de tekst aanvoelen en proberen dat gevoel zo goed mogelijk in je eigen taal te benaderen. Aan het einde staat een tekst die in jouw taal moet functioneren.

Waarom ben je literair vertaler geworden?

Ik puzzel graag met taal en hou van de uitdaging om een tekst over te brengen naar mijn taal. Sommige boeken wil je gewoon vertaald zien, omdat ze een groter leespubliek verdienen.

Wanneer / waar / hoe vertaal je? (voel je niet verplicht te antwoorden, ik ben gewoon altijd benieuwd naar werkplaatsen, gewoontes, werkritmes, etc.)

Door mijn vaste job als bibliothecaris heb ik maar een beperkt aantal dagen waarop ik kan vertalen. Gelukkig heb ik nooit moeite om eraan te beginnen. Ik zet mijn computer aan (die op een zolderkamertje staat) en ben vertrokken voor uren aan een stuk. Mijn lichaam heeft me ondertussen weliswaar geleerd dat pauzes geen overbodige luxe zijn.

Christina Brunnenkamp vertaalt fictie en non-fictie voor volwassenen en jongeren, alsook soms toneelteksten en poëzie uit het Nederlands, Frans en Engels in het Duits. Bij voorkeur verhalen over of geschreven door vrouwen. Verder is ze bibliothecaris van de gemeentelijke Nederlandstalige bibliotheek Sint-Agatha-Berchem, een kleine, maar fijne bibliotheek aan de noordwestrand van Brussel. Ze vertaalde teksten van o. a. Gaea Schoeters, Tobi Lakmaker, Fien Veldman en Joost Welten.