Found in Translation — aflevering 7

26/03/2024 — Om te vieren dat mijn werk het afgelopen jaar (en ook de komende jaren) in zoveel talen vertaald is, heb ik besloten al mijn vertalers te interviewen. Omdat hun werk al te vaak onderbelicht blijft en zij meestal buiten beeld,  terwijl een boek in het buitenland maar zo goed is als zijn vertaler. Hun métier, koppigheid, taalgevoel, creativiteit en precisie zorgen ervoor dat een boek zijn ziel behoudt, dat het ritme klopt, het proza zingt, de betekenis niet verschuift en de spitsvondigheden niet afvlakken. In het beste geval wordt je boek er zelfs beter van dan het was. Omdat ik zelf ook weleens iets vertaal weet ik het maar al te goed: het is een (vaak onderbetaald) vak dat engelengeduld vraagt, vaak aartsmoeilijk en soms frustrerend is, maar dat ook intense voldoening kan schenken. En dat meer aandacht verdient.

Dus ziehier — een hommage aan de vertaler. In aflevering 7:
Svetlana Grubic Samarzija, die Trofee in het Kroatisch vertaalt. De vertaling verschijnt bij Hena Com.

13 vrijblijvende vragen – Svetlana Grubic Samarzija

  1. Hoe begin je aan een vertaling?

Om te beginnen lees ik het boek in z’n geheel om een idee te krijgen van de toon en de stijl. In de eerste fase van mijn werk vertaal ik het hele boek en probeer ik gaandeweg alle problemen op te lossen; in de tweede fase vergelijk ik de vertaling met de brontekst en in de derde fase lees ik enkel de vertaling, zonder de brontekst, om te zien of het in de doeltaal functioneert.

  1. Werk je nauw samen met een auteur, of net niet?
    (En waarom? Wat zijn de voor- en nadelen ?)

Soms wel en soms niet, het hangt ook van de auteur af. Meestal heb ik een paar vragen in de laatste fase van mijn werk en de meeste auteurs geven graag antwoord.

  1. Voor mij voelt vertalen als lezen van binnenuit, waarbij je in het hoofd van de auteur probeert te kijken en dus analytisch naar een tekst kijkt. Kan je nog genieten van het boek als je het vertaalt ? Verandert vertalen je manier van lezen ?

Ik zou zeggen dat vertalers de zorgvuldigste lezers zijn en een boek dus op een andere manier lezen. Dat geldt ook voor mij. Je analyseert elk woord, en zoals je zegt, probeer je in het hoofd van de auteur te komen (wat niet altijd lukt!). Ik kan wel van het boek genieten als ik aan het vertalen ben, en in deze zin kan ik dat vergelijken met “gewoon” lezen: als ik het boek interessant en spannend vind, zoals bijvoorbeeld Trofee, geniet ik enorm van mijn werk, maar als het boek saai of ondoorgrondelijk is, dan is het soms moeilijk om ermee aan de slag te gaan.

  1. Welk soort werk vertaal je meestal? Welke auteurs vertaal je (graag)?
    Hoe kwam mijn tekst bij jou terecht?

Meestal vertaal ik fictie, soms ook non-fictie, en de laatste tijd vertaal ik ook kinder- en jeugdliteratuur (ik vertaal bijvoorbeeld graag de boeken van de Vlaamse schrijver Stefan Boonen, die we regelmatig in Kroatië te gast hebben).

Trofee kwam bij mij terecht via de uitgeverij Hena com, voor wie ik al Hoe ik talent voor het leven kreeg van Rodaan Al Galidi heb vertaald en Wij zijn licht van Gerda Blees.

  1. Wat vond je fijn aan het vertalen van mijn werk, en wat net lastig ?
    Waar lagen de uitdagingen, de moeilijkheden, de kansen? Welke passage heb je vervloekt?

Je boek Trofee vond ik ontzettend spannend en daarom kon ik letterlijk niet ophouden met het vertalen, en dat gebeurt niet altijd :) De stijl vond ik prachtig en ook hoe je de natuur beschrijft, maar wat mij heeft gefascineerd is het verschil tussen Hunters en Dawids opvattingen over de jacht en de natuur zelf; deze passages waren voor mij de mooiste.

Wat de uitdagingen betreft: ik wist helemaal niks over de jacht en geweren, dus ik heb me in dit onderwerp en de bijbehorende terminologie moeten verdiepen.

  1. Primeert voor jou ritme en kleur of precisie en betekenis?

Dat is een moeilijke vraag – het is allemaal even belangrijk! Het hangt ook af van de tekst, maar als ik ergens ritme en kleur moet opofferen voor precisie en betekenis, probeer ik dat later in de tekst te compenseren.

  1. Wat is het mooiste dat je ooit vertaalde (van wie dan ook ) en wat zou je nooit willen doen?

Nou, ik weet niet of dit het mooiste is (wel het moeilijkste!), maar mijn lievelingsvertaling is Cliënt E. Busken van Jeroen Brouwers, een meesterwerk met heel veel uitdagingen. Ik moest heel veel creatieve oplossingen bedenken, maar ik had er veel plezier in.

Wat zou ik nooit willen doen? Nou, poëzie zou ik niet aandurven, hoewel het heel vaak in proza schuilt!

  1. In hoeverre hou je bij het vertalen rekening met de huidige (taal)gevoeligheden?
    Wordt dat expliciet gevraagd? Werkte je al samen met sensitivity readers?

Wat dat betreft, ben ik altijd trouw aan de brontekst en volg ik wat de auteur zegt. Ik heb nog nooit samengewerkt met een sensitivity reader.

  1. Is vertalen een kunst (en een kwestie van inspiratie) of toch eerder een vak (en dus métier)?

Natuurlijk moet de vertaler de brontaal heel goed kennen, maar volgens mij is beheersing van de doeltaal nog crucialer. Het is heel belangrijk om taalgevoel te hebben en alle finesses van de taal te kennen. Volgens mij zijn ook creativiteit en inspiratie heel belangrijk, dus daarom denk ik dat vertalen zowel een kunst als een vak is.

  1. Waarom ben je literair vertaler geworden?

Toen ik nog studeerde, kreeg ik de kans om een kinderboek uit het Nederlands te vertalen en dat vond ik heel leuk. Ik heb jarenlang gewerkt als docente Engels op een taalschool, maar tegelijkertijd vertaalde ik ook boeken. Ik vond plezier in het vertalen en na een tijdje heb ik besloten om alleen maar als literair vertaler te werken.

  1. Wanneer / waar / hoe vertaal je? (voel je niet verplicht te antwoorden, ik ben gewoon altijd benieuwd naar werkplaatsen, gewoontes, werkritmes, etc.)

Ik werk thuis, en voor mij is het heel belangrijk om een gestructureerde dag te hebben. Meestal vertaal ik elke werkdag vanaf 8 tot 16 uur (met kleine pauzes), altijd aan mijn bureau. En in het weekend rust ik graag uit, het liefst buiten in de natuur met mijn gezin.

Svetlana Grubic Samarzija vertaalt literaire fictie, non-fictie en kinder- en jeugdliteratuur uit het Engels en Nederlands in het Kroatisch. Ze heeft meer dan twintig boeken uit het Nederlands vertaald, waaronder De avond is ongemak en Mijn lieve gunsteling van Marieke Lucas Rijneveld, De meeste mensen deugen van Rutger Bregman, Wij zijn licht van Gerda Blees, Cliënt E. Busken van Jeroen Brouwers en De verwondering van Hugo Claus. Graag verblijft ze in het Vertalershuis in Amsterdam en in Antwerpen.