Het schone sterven #DeMening #DSAvond

(c) The Ballad of Narayama
(c) The Ballad of Narayama

Euthanasie zit bij ons in de familie; het is er stilaan de meest voorkomende doodsoorzaak. Een paar jaar geleden hield mijn oma ermee op. Niet omdat ze doodziek was, maar omdat ze het niet zag zitten oud te worden. Zodra de aftakeling zich aankondigde, en haar zelfstandigheid afnam, hield ze het voor bekeken. Ik vertrouwde het zaakje niet: was ze eenzaam? Omkaderden we haar te weinig? Maar toen ik er haar naar vroeg, bleek ze bijzonder overtuigd van haar zaak. “Ik vind het zo wel mooi geweest. En als Hugo Claus dat mag, dan ik ook.”

Mijn oma was 85. Dat is volgens Ezekiel J. Emanuel, arts en adviseur van Barack Obama, al te oud. Zelf vindt hij 75 de ideale leeftijd om te sterven. Eenmaal ouder worden we een last voor de samenleving en voor onze familie. Klopt dat? Is onze oude dag het voorportaal van de dood, of extra speeltijd waar nog van alles uit te halen valt?

Beeld. Een zoon draagt zijn moeder een berg op. Daar laat hij haar achter, waarna ze sterft door ontbering en uithongering. De vrouw mankeert niets, behalve dat ze zeventig is, en dus ballast voor het dorp, waar de levensomstandigheden spijkerhard zijn.  Ubasute, heet deze Japanse traditie. Shohei Imamura maakte er een even mooie als pijnlijke film over: The Ballad of Narayama. Ik was twaalf toen ik die voor het eerst zag. Alles in mij protesteerde. Logisch, want ons overlevingsinstinct is sterk, en dus willen we zo oud mogelijk worden.

Onverstandig, vindt Emanuel. Door te lang te leven belasten we niet alleen de economie, maar ook onze kinderen. En wat hebben we zelf aan die laatste jaren? Onze creatieve piek is voorbij, de kans dat we nog iets belangwekkends presteren is klein, en we maken het ons nageslacht moeilijk mooie herinneringen aan ons te bewaren. Want als we te oud worden, zijn we geen helden meer, maar bevende bejaarden die alleen nog vragen “wat zei je ook alweer?”

Nu is Emanuel een Amerikaan, dus hij houdt zich ver van een pleidooi voor euthanasie. Als arts zoekt hij het antwoord wel in de geneeskunde, maar dan in het weigeren van behandelingen. Geen preventieve kankerscreenings, geen levensverlengende behandelingen, zelfs geen antibiotica. Wel een reanimeer-me-niet-verklaring. Het is een stil lonken naar een natuurlijke dood. Een mooie longontsteking bijvoorbeeld, altijd een garantie op een snel levenseinde. We doen er onszelf een plezier mee, volgens Emanuel. Want objectief gezien neemt, alle behandelingen ten spijt, onze levenskwaliteit stelselmatig af; de geneeskunde vertraagt niet ons proces van veroudering, alleen het proces van het sterven.

Dat klinkt cru, maar er zit iets in. Intussen ben ik bijna veertig, en als er iets is dat mij angst aanjaagt, dan is het aftakelen. Verworden tot een schim in een bejaardentehuis, waar elke vorm van zelfbeschikking me wordt ontnomen. Te vaak heb ik ouderen tegen hun zin keer na keer zien opstaan uit de dood, omdat onze geneeskunde nu eenmaal alles wil redden wat ademt. Nodeloos gerek. Vaak te extreem, nog vaker te lang.

Maar wat is te lang? Frank Gehry, de opa onder de architecten, tekende op zijn 85e nog een gebouw voor Louis Vuitton. Lady  Trumpington zette in de documentaire Fabulous Fashionistas op haar 91e nog het Britse Hogerhuis op stelten. De ene bejaarde is de andere niet; op aftakeling laat zich geen getal plakken.

Zelf wil ik het liefst met een rode Ducati van een klif afrijden voor ik dat niet meer kan. (Ik ben geen Amerikaan, heb niets tegen actieve euthanasie of zelfdoding, en heb een voorliefde voor het theatrale.) Maar dat zeg ik nu. Nu dat einde nog ver weg lijkt. Misschien wordt mijn overtuiging sterker, met het ouder worden, of misschien groeit mijn angst, en de neiging vast te houden aan het leven. Het is niet iedereen gegeven als een Japanner te gaan zitten in de sneeuw, en stilletjes het einde af te wachten.