“Iran zal uit elkaar vallen”
Verontrust door het machtsvertoon en spierballengerol in de Straat van Hormuz trokken Ann-Sofie Dekeyser en ik afgelopen woensdag naar Delft, voor een ontmoeting met de Iraans-Nederlandse schrijver Kader Abdolah. Onderwerp van gesprek: zijn visie op de spanningen tussen het Westen en zijn geliefde Vaderland.
De Prins der Perzische Letteren, in het diepst van zijn gedachten ook President van Iran, was somber gestemd.
“De wereld weet het nog niet, maar Iran staat op het punt te verdwijnen.”
Hier vind je het stuk zoals het op 07/01/2012 in De Standaard is verschenen.
DS1 – DS2
En voor wie wil, staat hieronder de XL-versie.
De gevierde Nederlandse schrijver Kader Abdolah vocht in ’79 tegen de Sjah als lid van het communistisch verzet. Nadat de ayatollahs de revolutie recupereerden en het land een Islamitische Republiek werd, vluchtte hij naar Nederland. Nog altijd nauw betrokken bij zijn vaderland, volgt hij met zorgelijke blik het machtsvertoon in de Perzische Golf. ‘Iran staat op het punt te verdwijnen.’
Aan de basis van het conflict ligt een rapport van het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA) over het nucleaire programma van Iran. De VS en Europa verscherpten hun sancties, en toen Obama deze week de Iraanse Nationale Bank blokkeerde, escaleerde de situatie razendsnel. Iran dreigt nu met het afsluiten van de olieroute door de Straat van Hormuz, als de EU een olie-embargo tegen het land goedkeurt. Ondertussen devalueert de rial elke dag verder. Ahmadinejad liet intussen wel aan Poetin weten dat Iran opnieuw bereid is te praten over zijn atoomprogramma, maar kondigde tegelijkertijd een nieuwe militaire oefening in de Golf aan. Spierballengerol of reële oorlogsdreiging? Tijd voor een analyse door Kader Abdolah, President van Perzië in het diepst van zijn gedachten.
‘De wereld weet het nog niet, die is nog niet zo ver, maar Perzië, Iran, staat op het punt te verdwijnen.’
‘Kijk, Iran ligt als een kat tussen Afghanistan, de ex-USSR, Irak en de Perzische Golf. Dat is wat er nu nog overblijft van het grote Perzische Rijk; zevenduizend jaar geleden was dat het grootste land ter wereld, in de vorm van een enorme vaas. Door de eeuwen heen is die vaas gebarsten en zijn er stukjes afgevallen, telkens als de centrale macht even haar greep op het land verloor. Als Amerika het Iraanse regime ondermijnt, valt het land uit elkaar.’
‘Want het westen wil alleen de olierijke delen, de rest interesseert hen niet. Alle gas- en olierijkdommen bevinden zich in de Zuid-Westelijke provincies. Maar zodra ze binnen zijn, zullen ook de Koerden en de Azeri’s onafhankelijkheid vragen, en zal het land uiteenvallen in een bloedige oorlog, net zoals Joegoslavië, alleen veel erger.’
‘Ik vrees dat die oorlog nadert; er ligt in het Westen een scenario op tafel om het Iraanse regime manu militari te vernietigen. Niet omdat ze zoveel van Iran of van het Iraanse volk houden, maar voor de olie. Bovendien is het Iran van nu is te groot, het zal altijd een bedreiging zijn voor het Westen. Dit splitsingsplan lag op tafel ten tijde van de Great Game. Alleen zijn de Iraniërs er de afgelopen 150 jaar in geslaagd het land bij elkaar te houden, omdat het centrale regime nog min of meer deugde. Nu is de centrale macht zo verschrikkelijk geworden, dat we om het land bijeen te houden het meest fascistische regime ter wereld moeten steunen.’
Zijn de VS na hun ervaring in Afghanistan en Irak werkelijk vragende partij voor nog zo’n oorlog?
‘Amerikanen denken totaal anders denken dan wij; ze zijn niet bang voor de fouten die ze maken. Kijk naar Irak, naar Afghanistan. Zeker als de crisis dieper wordt, zullen ze misschien de gok van de oorlog wagen als ze denken dat ze op korte tijd die olierijke gebieden kunnen inpalmen. En het kan. In de Emiraten hebben ze grote legerbasissen, en ze kunnen vanuit het Koerdische deel van Irak gewoon binnenwandelen. Ze hebben genoeg ervaring opgedaan in de Arabische landen.’
‘De oorlogsdreiging is het gevolg van een samenloop van drie elementen: de Westerse economische crisis, de grote veranderingen in omliggende landen zoals Irak en de verschrikkelijke politieke keuzes van het huidige regime. Want ook het Iraanse regime is in een doodlopende weg terechtgekomen: ze kunnen niets meer bieden aan hun volk, en ze kunnen geen dialoog met het Westen meer aangaan.’
‘Maar de ayatollahs weten ook dat het niet goed gaat in Irak en Afghanistan, en sjoemelen zelf om het daar onrustig te houden. Want als het daar kalm wordt, en het Westen boekt wat succes in Syrië, dan is het afgelopen met Iran.’
Zo makkelijk zal dat allicht niet gaan.
‘Voor het eerst in 6000 jaar zien wij, de Iraanse intellectuelen, ons geconfronteerd met de vraag: wat moeten we doen? Moeten we het Westen bevechten, en dus die Taliban met gas en olie en uranium in het zadel houden? Of moeten we ja zeggen tegen een verschrikkelijke oorlog die het land in stukken zal scheuren en waar de hele wereld onder zal lijden? Dat is de vraag waar de hele Iraanse bevolking nu mee worstelt.’
Zal een externe vijand het regime niet versterken? Het nationalisme zit de Iraniërs toch in het bloed?
‘Het is ontzettend pijnlijk om hierover te praten, maar het nationalisme is nog nooit in de Iraanse geschiedenis zo klein, zo nietszeggend geweest. Ik kan het bijna niet geloven, als ik mezelf hoor zeggen dat ik me afvraag of ik nog moet vechten voor mijn land. Die gedachte is in 6000 jaar nog nooit bij ons opgekomen, maar nu lees ik ze elke dag op Iraanse blogs.’
‘Op dit moment regeren in de Iran de hardliners van het islamitisch regime; alle gematigde en liberale ayatollahs zijn in de loop van de afgelopen dertig jaar verwijderd. Deze harde kern met een aanhang van hooguit 5 miljoen mensen, heeft 70 miljoen burgers gegijzeld. Erger: ze hebben het land psychisch kapot gemaakt.’
‘Kijk naar de Facebook-pagina’s van jonge Iraniërs: de meisjes zijn halfbloot, ze gaan met jongens, ze bedrijven de liefde, maar zodra ze de deur uitgaan, trekken ze niet alleen een sluier maar ook een masker aan om te overleven. Het is een totaal schizofrene maatschappij. De kwaliteit van leven, van mens zijn, is enorm verlaagd.’
‘In zo’n land waar 90% of meer van de mensen ongelukkig is, gaat niemand het land verdedigen, behalve de aanhangers van het regime. Bij de jongeren is er zoveel uitzichtloosheid, zo weinig hoop… Die gaan niet vechten voor de leiders die hen tot op dit punt hebben gebracht. Iedereen die kan probeert het land te verlaten; ik was gisteren in een asielcentrum vol met Iraniërs, allemaal net aangekomen. Vreselijk.’
‘Zelfs ik, Kader Abdolah, voel met zo onderdrukt dat ik denk: wat moet ik nou? Zes maanden geleden was ik nog een trotse nationalistische Iraniër, dat zie je in mijn werk. Dan zei ik: als het Westen Iran binnenvalt, ga ik terug naar mijn land om te vechten. Dat was zelfs geen vraag. Nu staan we op een punt dat we bijna zeggen: oké, laat het land maar uit elkaar vallen. Als die kloten maar weg zijn. Als zelfs bij mij de vraag opkomt of ik mijn vaderland moet verdedigen, weet ik dat iedereen zal binnenblijven.’
Wat heeft die enorme ommekeer veroorzaakt?
‘Alles is veranderd na de Groene Revolutie, en zeker na de Arabische Lentes. Na de val van Moebarak en Khaddafi. We hebben gezien hoe het Westen in Libië de centrale macht vernietigd heeft en het land heeft overgenomen. Als ze dat willen, kunnen ze dat.’
In die tijd was Ahmadinejad wel razend populair in de Arabische landen. Precies omdat hij een vuist durfde te maken tegen het westen.
‘Sinds de moordpartijen na de Groene Revolutie is dat voorbij. Zelfs in Egypte hoor je dat niet meer. Want in hun ogen is hun democratische revolutie gelukt, terwijl de Iraniërs nog steeds met hun repressieve regime opgescheept zitten.’
In hun ogen?
‘Ik zie de Arabische revoluties niet als revoluties, hooguit als omwentelingen met hulp van buitenaf. Het is goed dat Moebarak en Khaddafi weg zijn, maar nu moeten we die landen aan de mensen geven. Zij moeten hun eigen samenleving gaan maken. En dan worden dat islamitische landen. Omdat zij zelf gaan beslissen.’
‘Dat is niet goed of slecht, dat is de weg die alle Arabische landen moeten gaan. Het normale proces naar een democratie is nu eenmaal dat naties zichzelf moeten zijn, en ze zijn moslim. En dus zullen ze delen van de sharia in hun wetboeken opnemen. De koran zit nu eenmaal in het DNA van alle islamitische landen.’
Dus Iran is hen gewoon één revolutie voor?
‘Precies. Maar Iran heeft wel drie grondige revoluties gehad. Kijk maar naar de Iraanse vrouwen; je hen nooit vergelijken met Egyptische. Onze vrouwen waren aanwezig tijdens de Groene Revolutie, zeventig procent van de universiteitsstudenten in Iran zijn vrouwen.’
‘Wij staan bijna honderd jaar voor op Libië en Egypte, maar honderd jaar is niks. We moeten nog drie- vierhonderd jaar verder. Die tijd hebben we nodig. De Groene Revolutie was een aanzet in de goede richting, maar nu volgt de repressie.’
Zes jaar geleden noemde u Ahmadinejad ‘een fatsoenlijke man met een goed hart, een rechtvaardige man die de wereld wil verbeteren’.
‘Ja, dat heb ik ooit gezegd hé? Dat is mooi. Eigenlijk geloof ik nog steeds dat hij een Castro voor de armen had kunnen worden. Maar door de enorme druk waaronder hij staat, is hij zichzelf niet, maar is hij alleen maar politiek. En we beoordelen mensen niet op wie ze hadden kunnen worden, maar op wie of wat ze zijn geworden. Ahmadinejad is niet geworden wat ik toen zei.’
‘Nochtans heeft hij een paar adviseurs waarvan ik voorzichtig zou durven zeggen dat ik ze mag. Zij willen het Iraans nationalisme met het Sjiitische geloof mixen en daaruit een soort nieuw Iran presenteren. Ze krijgen alleen de kans niet. De ayatollahs hebben alle macht; zij hebben een netwerk, een systeem. Ahmadinejad is gewoon een pion. Hij heeft wel wat dingen geprobeerd, maar ze hebben hem gewoon een paar keer bij zijn oor gepakt en dat enkele keren rondgedraaid. De afgelopen maanden zijn de spanningen tussen hem en de ayatollahs zo opgelopen dat hij elf dagen als protest thuis heeft gezeten, nadat ze een beslissing van hem terugdraaiden.’
‘Als ik hem was, had ik al lang politieke zelfmoord gepleegd. Met dit regime zijn we de hel ingegaan, dat had hij moeten toegeven. Hij is een man van het volk, hij had moeten zeggen: mensen, ik wilde meer vrijheid voor vrouwen, meer geld voor de mensen, maar ze laten me niet doen. Ik heb elf dagen thuisgezeten, en het heeft niet geholpen, nu blijf ik voor altijd thuis zitten. Omdat hij dat niet gedaan heeft, mag ik hem niet meer. Het maakt hem minder eerlijk dan hij was. Ook al was zijn eerlijkheid van in het begin dom, en is het precies die eerlijkheid die het land het politieke failliet in gedreven heeft.’
Als de Groene revolutie geslaagd was, zou het dan onder Mousavi anders gegaan zijn?‘Waarschijnlijk niet, want de ayatollahs zijn het regime, het systeem. Het is niet goed wat ik ga zeggen, maar voor verandering is tijd nodig.’
‘In Afghanistan moeten we Taliban meemaken; dat is pijnlijk, maar het moet. We moeten hen de kans geven om zich te ontwikkelen. Zodat er betere Taliban kunnen komen en nog betere en liberale Taliban en uiteindelijk, na een jaar of tweehonderd, democratische Taliban.’
‘In Egypte, Libië en Tunesië moeten we de Moslimbroeders meemaken, er is geen andere weg. Je kan democratie niet monteren in het land, je kan het niet brengen naar Afghanistan, het niet cadeau geven aan Irak. Dus in Iran moeten we dit regime, deze ellende meemaken voor we verder kunnen.’
Kan Iran genezen van de dictatuur?
‘Iran moet genezen. Maar dat duurt lang en het volk heeft geen geduld. Net zoals de Europese en de Amerikaanse landen ook geen geduld hebben. Want door de crisis hebben ze nu olie nodig.’
‘Kijk, in ’79, na de Iraanse revolutie verboden de ayatollahs cinema, literatuur, vrouwen, wijn, schaken; alles was verboden. Nu maken die fascistische ayatollahs films en zijn de cinema’s weer open. Dus in de afgelopen dertig jaar zijn de ayatollahs gegroeid. Helaas dringt de tijd, want de oorlog dreigt.’
Dat is een sombere analyse. Was u geen optimist?
‘Ik ben van nature een positief mens, maar je moet niet dom positief zijn. Dit zijn gewoon de elementen die vandaag op tafel liggen. Natuurlijk zou de ideale uitkomst zijn dat er een dialoog ontstaat tussen het Westen en het Iraanse regime. Alleen is dat de afgelopen 30 jaar nog nooit gelukt.’
‘De enige optimistische uitweg die ik zie, is dat het regime van koers verandert. Dat ook zij aanvoelen dat de oorlog nadert. En beseffen dat ze die oorlog zullen verliezen. En dus zelf de weg vrijmaken voor democratisering.’
Khaddafi wist ook dat hij zou verliezen. Weinig regimes heffen zichzelf op.
‘Helaas. Maar met het huidige regime kunnen we niet verder. Het schaakbord zit muurvast, we kunnen niet meer verder spelen. We moeten de pionnen opruimen, want de Sjah, de king staat mat. Dus alles moet weg.’
‘Volgens mij zijn er drie mogelijkheden om een oorlog te vermijden: of het huidige regime moet de politieke gevangenen vrijlaten, de persvrijheid garanderen, de vrouwen en het volk meer vrijheid geven. Dan komt de hoop terug, en zal Amerika nooit in staat zijn om Iran in te nemen.’
‘Of er komt een coup van binnenuit, van iemand uit de entourage van Ayatollah Khamenei. We moeten niet denken dat ze bij de Revolutionaire Garde allemaal dom zijn; ze begrijpen hun positie maar al te goed. Ongetwijfeld zijn er daar ook mensen die denken: we moeten iets doen. Iran heeft een lange geschiedenis van militaire coups: gewoon met een bloedbad de leiders verwijderen. De macht van Khamenei wegnemen zodat het land weer kan ademen.’
‘Een derde optie is dat het volk in opstand komt. Maar in het huidige systeem is dat onmogelijk. De mensen zijn moe en bang. De Groene Revolutie was de ultieme poging. Bovendien zijn alle oppositieleiders opgepakt, alle kranten gesloten, alle journalisten zitten vast. Tenzij die vrijkomen, kan er niets meer bewegen. Voor een revolutie moet je leiders hebben, kranten, internet. Mensen komen niet zomaar op straat. Iemand moet de beweging in beweging brengen. Zeggen waar ze op straat moeten komen. Daarvoor moet er een Mousavi-type op het dak van een auto gaan staan en zegt hup mensen, kom. Dan zijn we vertrokken.’
U klinkt niet overtuigd.
‘Laat mij iets doms vertellen. In mijn jeugddromen wilde ik President van Iran zijn. Nu ben ik bang dat het land uit elkaar valt en ik president van een klein land word. Dus laten we gewoon om mij gelukkig te maken, zeggen dat de democratie zal zegevieren en ik President word van heel het land.’
Meent u dat, of foefelt u nu, zoals u aan het einde van De Koning schrijft, wat met de werkelijkheid omdat alle koningsverhalen met iets hoopvols moeten afsluiten?
‘Ik heb al die beangstigende dingen verteld omdat de wereld moet weten hoe ver dit regime zijn volk heeft gebracht. Natuurlijk wil ik liever een ander Iran, vol schoonheid. Ik schrijf voor dat land en ik droom over dat land, waarnaar ik ooit wil teruggaan. En ik denk dat dat mogelijk is. Door de fantasie kan je werkelijkheid creëren.’
‘Laten we het zo zeggen: ik ben een sterke man. Wat ik wil, kan ik bereiken. Ik wil doodgaan in het huidige vaderland. En als ik het wil, gebeurt het. Dus tot ik doodga, komt er geen oorlog. Om de ware, beangstigende analyse aan de kant te zetten, moet ik gewoon blijven dromen dat ik terugga naar mijn ouderlijk huis.’
‘Maar we moeten wel de realiteit van nu onder ogen zien om te kunnen teruggaan; als we die uit het oog verliezen, kan ik niet meer terug. De realiteit van nu is deze ellende, maar we gaan niet knielen voor die realiteit. We verzetten ons. Ik met mijn pen, anderen anders. En misschien wordt door de angst het Iraanse volk wakker genoeg om opnieuw in opstand te komen.’