Kaat Beels over ‘The comfort of Strangers’ van Ian McEwan

DSL – 23/09/2011 – Het Laatste Oordeel

Reizen heeft iets geweldadigs, het dwingt je om vreemden te vertrouwen, en de geborgenheid van huis en vrienden achter te laten. Met dat citaat van Pavese zet Ian McEwan de sfeer voor het drama dat zich in The Comfort of Strangers zal ontvouwen. Je ziet twee mensen in witte kleren in Venetië badend in het licht schone dingen doen, en dan ontmoeten ze een ander, verderfelijk koppel, en het onafwendbare gebeurt. Het kwade wint van het goede.’

‘Vanaf het moment dat Mary en Colin Robert tegenkomen, word je als lezer onrustig. Ook al is hij sympathiek, er ontstaat meteen een vreemde sfeer. Het begint met kleine dingen; zo bekent Roberts vrouw Caroline de ochtend na een logeerpartij heel onschuldig: “Ik heb jullie vannacht zitten bekijken terwijl jullie sliepen.” Raar, denk je dan. “En als ik jullie kleren niet teruggeef, kunnen jullie hier niet meer weg.” Meteen krijgt de verhouding tussen die koppels iets heel verstikkends, en beetje bij beetje beland je in een ongelofelijk maffe trip, die naar een afgrijselijk hoogtepunt gaat. Het einde was echt choquerend voor mij, ik was er kapot van.’

BEKLEMMEND

‘Eén beeld zag ik echt direct voor mij. Mary ziet bij Robert een blurry foto liggen die een vaag gevoel van herkenning bij haar oproept dat ze niet kan plaatsen. Later ziet ze vanuit de koffiebar tegenover haar hotel Colin voor het raam van hun kamer staan. Opeens beseft ze dat het beeld  op die foto is, dat Robert hier dus gestaan heeft om haar man te fotograferen. Dat zag ik echt meteen: die man die nietsvermoedend uit die venster kijkt, en zijn vrouw aan de overkant die beseft: hier klopt iets niet. Daar kantelt het verhaal, en krijg je de bevestiging van wat je al de hele tijd aanvoelt: dit is louche.’

‘Nu ik het zo vertel, doet het me denken aan een boekje van Sophie Calle. Die heeft in Venetïe ook eens een man gevolgd en gefotografeerd. Misschien is er wel een verband.’

CLAIR OBSCUR

‘Venetië is sowieso één groot filmdecor; binnen in die  grote palazzo’s is het heel schemerig, maar toch valt er veel zonlicht naar binnen, je krijgt een soort vreemde clair obscur. In dat licht baadt heel dit boek voor mij. Heel de strijd van het kwade versus het goede wordt daarop gespeeld; dat oudere koppel is echt duister en pervers, maar Mary en Colin worden heel zuiver en puur voorgesteld. Dat McEwan die dubbelheid tussen licht en donker zowel inhoudelijk als vormelijk kan doortrekken, vind ik fantastisch.’

‘Ik stel mij dit universum een beetje voor zoals de schilderijen van Borremans, maar iets kleurrijker, iets frivoler. Zijn kleuren zie ik wel bij het interieur van het oudere koppel, het is ook allemaal verstild, het leven staat stil daarbinnen.  Zeker voor Caroline, die in een rolstoel zit. Achteraf kom je te weten dat ze immobiel is geworden door een sm-spel dat fout is afgelopen. Die destructieve drang beheerst nog altijd hun relatie.’

‘Dat koppel is bezig zichzelf kapot te maken, fysiek en mentaal, dat voel je; die hebben niet meer genoeg aan elkaar. Dus pinnen ze zich als bloedzuigers vast op de levens van anderen en puren daar hun levenslust uit. Colin en Mary zijn dan weer bijna symbiotisch als koppel; als ze in het begin in dat hotel vrijen, weet je zelfs niet meer welk lichaamsdeel van wie is. Dat net die eenheid aan het eind wordt kapotgemaakt is afschuwelijk, maar tegelijk drama in zijn grootste vorm.’

MONSTERS

‘Machtsverhoudingen tussen mensen boeien mij enorm, al is het bij mij minder extreem. Hier gaat het vooral om seksuele, zelfs sadomasochistische machtsverhoudingen; om dat soort verhalen te vertellen ben ik nog te braaf. Maar McEwan vertelt het nooit vulgair; sensueel is misschien niet het goede woord, het heeft iets pervers, maar het wordt nooit goor.’

‘Robert en Caroline zijn geen monsters, ergens begrijp je wel wat dat koppel doormaakt. Alleen op het einde, als hij zijn ultieme fantasie – moord – beleeft, ben je hem kwijt. Ik toch. Maar tegelijkertijd is hij enorm boeiend, echt een fantastische antagonist. Hij is diegene die met zijn perverse geest alles laat gebeuren.’

‘Ook zijn vrouw, die alles zo lijdzaam ondergaat, is fascinerend. Terwijl ik eigenlijk absoluut niet tegen slachtoffers kan, niet in films, niet in boeken, en in het leven ook niet. Ik denk altijd: “Mens, doe iets met je leven!” Maar Caroline’s situatie is zo uitzichtloos, dat je geen verzet verwacht. Dat koppel is samen gewoon verderfelijk, door de combinatie. Een beetje Dutroux-Martin. Misschien is die vrouw wel goed, maar de chemie tussen die twee maakt dat ze gewoon keislecht zijn.’

WREDE SCHOONHEID

‘Ik esthetiseer de dingen graag, omdat er al zoveel lelijke dingen zijn. Ik zou nooit Ken Loach- films kunnen maken, dat is teveel de rauwe realiteit. Ik vind dat je daar toch een klein laagje vernis op moet leggen; als filmmaker moet je de realiteit een klein beetje graden. Maar het is niet omdat iets wreed is, dat je geen schoonheid kan hebben. Irréversible is een van de wreedste films die er zijn, maar het is wel vanuit een heel esthetisch standpunt geregisseerd, het is geen realisme.’

‘Er kleeft een bepaalde esthetiek aan het lelijke; dat is vaak zo bijzonder dat het bijna mooi wordt. Eigenlijk vind ik het banale vaak veel lelijker. Dat reclamebord daar, dat vind ik echt afschuwelijk, maar stel dat hier ineens iemand wordt overreden… van zoiets vreselijks gaat een kracht uit die je daar als kijker naartoe zuigt. Ik kan het moeilijk verwoorden, maar ik denk dat het wrede dikwijls schoonheid in zich draagt.’

‘Precies daarom is dit een must-read: om de wrede schoonheid. Die combinatie tussen de afschuwelijke afloop en de schoonheid waarmee het geschreven is, maak je zelden mee. Veel thrillers zijn gewoon pageturners, die literair weinig voorstellen; dit was de perfecte combinatie.’

DE AUTEUR:
groeide als zoon van een legerofficier op in Azië, Duitsland en Noord-Afrika. Volgens The Times één van de 50 belangrijkste Britse schrijvers na 1945. Voor Amsterdam kreeg hij de Booker Prize, maar de Oscar-winnende verfilming van Atonement maakte hem wereldberoemd
HET BOEK:
pijnlijk mooie literaire thriller die McEwan naast een plaatsje op de shortlist van de Booker Prize ook de bijnaam Ian Macabre opleverde; van de verfilming van Paul Schrader uit 1990 blijft vooral de ongrijpbare Helen Mirren bij
VERSCHENEN IN: 1981
IAN MCEWAN, The comfort of Strangers – De troost van vreemden. Uitgeverij De Harmonie,  153 blz.,  16.90€ 
Thomas Mann, James Joyce en Marcel Proust hebben hun plaats in de literaire hemel al veroverd. Elke week vraagt DSL aan een overtuigde lezer wie een plek naast hen verdient. Regisseur Kaat Beels liet zich al eerder opmerken met de krachtige kortfilm Cologne, en pakt nu uit met het haar langspeeldebuut Swooni, waarin de levens van zes mensen onherroepelijk in elkaar verstrikt raken.