Lezen, lezen, lezen – Lydia Davis #Beroepsgeheim

DSLetteren, 07/02/2014‘Op mijn desktop staan altijd een heleboel onafgewerkte verhalen, die ik van tijd tot tijd weer opneem. Ik begin nooit te schrijven op een blanco pagina, met het gevoel dat ik iets ‘moet’ schrijven. In plaats daarvan schrijf ik de dingen gewoon op als ze bij me opkomen, wat die gedachten ook zijn: een zin, een idee, een stukje dialoog dat ik ergens gehoord heb of iets dat ik ergens gelezen heb.’

‘Ik ben fanatieke notitienemer, en ik heb allerlei notitieboekjes. Als iets wat ik heb opgeschreven het begin van een verhaal zou kunnen zijn, werk ik er meteen aan door, zo gauw ik kan. Ik blijf schrijven tot er niets meer komt. Dan hou ik ook meteen op.’

‘Zo begin ik een aantal verhalen, het ene na het andere, soms schrijf ik ze zelfs bijna volledig, om ze dan te laten rusten en er later naar terug te keren. Er is altijd wel een verhaal, of zelfs meer dan één, in opbouw.’

‘Door deze techniek, waarbij ik altijd aan veel verhalen tegelijk werk, heb ik nooit het gevoel dat er niets te schrijven valt, of dat ik geen inspiratie heb. Bovendien ben ik daarnaast, en dat is al jaren zo, ook altijd wel aan een vertaling bezig, waar ik aan kan werken als ik niet meteen een idee heb voor mijn eigen verhalen.’

Vakkennis & geduld

‘Ik geloof in de waarde van geduld: je kan verhalen niet overhaasten, je moet ze laten rijpen tot je het gevoel hebt dat ze volledig af zijn, zelfs als dat een jaar, of zelfs een paar jaar duurt, iets wat me soms overkomt. (En natuurlijk raken een heleboel verhalen nooit af.)’

‘Natuurlijk geloof ik in inspiratie, maar ik hecht evenzeer aan métier. Je moet bijzonder goed getraind zijn in het schrijversvak, hoe je dat ook aanpakt – meestal is de kunde van een schrijver het resultaat van jaren goede scholing, gecombineerd met veel oefening, en vooral met veel lezen van goede literatuur, close reading, om te leren hoe de beste schrijvers hun effecten bereiken. Zonder die vakkennis kom je als schrijver nergens.’

‘En dan komt, met een beetje aanmoediging, de inspiratie erbij, al weet ik niet echt hoe je inspiratie precies moet aanmoedigen. Ik denk dat je ontspannen en ontvankelijk moet zijn, blij zelfs. Het helpt als je schrijft met een gevoel van plezier, een gevoel dat alles kan. En natuurlijk moet je altijd blijven schrijven, al zijn het notities in een notitieboekje.’

Duras

‘De moeilijkste fictie die ik ooit geschreven heb, was wellicht mijn roman The End of the Story. Ik ben gewend eerder korte verhalen te schrijven, kort genoeg om hun volledige structuur te overzien in mijn hoofd, en het gewicht van het geheel en alle delen vanzelf aan te voelen. Maar de roman was te lang, daarvoor moest ik een schema maken. Zo had ik een duidelijker gevoel van de verhoudingen van het verhaal, en het evenwicht tussen de “tegenwoordige” tijd van de vertelling en de “verleden” tijd van het verhaal dat verteld werd.’

‘Omdat er ook geen hoofdstukken waren, maar alleen hier en daar witruimte, wat betekende dat je daar even diep kon ademhalen om vervolgens het verhaal weer op te nemen, of aan een ander aspect van het verhaal te beginnen, moest ik er ook voor zorgen dat de overgangen tussen de paragrafen perfect goed zaten: niet te direct, niet te vaag.’

‘Voor die roman had ik ook een paar modellen, die me hielpen exact te bepalen wat voor boek ik precies wilde schrijven; daar waren een paar boeken van Thomas Bernhardt bij, en een paar van Marguerite Duras.’

Eindes

‘Die roman vroeg een ander soort geduld dan mijn verhalen: ik moest telkens op mijn stappen terugkeren en veranderingen en aanpassingen aanbrengen tot alles juist voelde. Ik heb heel lang niet geweten hoe ik hem moest laten eindigen; uiteindelijk heb ik dat probleem gewoon in het boek geschreven, waarbij het hoofdpersonage, de verteller, zich afvraagt hoe zij het verhaal zal laten aflopen. Natuurlijk gebeurt het zelden dat je een boek zo kan afsluiten, maar in dit geval werkte het uitstekend, aangezien het verhaal in het heden draait om hoe de verteller het verhaal uit het verleden schrijft.’

‘Maar om het probleem van eindes op te lossen, en ook dat van beginnen, of van dialogen, plaatsbeschrijvingen en alle andere uitdagingen van fictieschrijven, val ik altijd terug op hetzelfde antwoord: ik geloof dat het werkelijk van het allerhoogste belang is de beste voorbeelden nauwgezet te bestuderen. Dat heb ik altijd gedaan, en dat zou ik nog steeds doen telkens als ik iets nieuws probeer. Leer de beste auteurs van nabij te lezen, analyseer wat ze doen, en leer van hen.

Het stuk zoals het is verschenen kan je hier nalezen.
Op de foto een notitieboekje van Lydia Davis uit 1973.