Lieven Vandenhaute over ‘Lucifer’ van Connie Palmen

DSL – 18/03/2011 – Het Laatste Oordeel

‘Weet je wat mijn grootste geluk is geweest? Dat ik ‘Lucifer’ van Connie Palmen in drukproef heb gelezen. Ik had er geen idee van waar het over ging, of dat het deels geïnspireerd was op ware feiten. Ik heb het totaal blanco gelezen. Naïef en onschuldig. Anders beoordeel je een boek toch al gauw by its cover. Nu is de eerste vonk uit de tekst zelf gekomen.’

‘Hoofdfiguur Lucas Loos beweegt zich in het artistiek milieu van Amsterdam, in de jaren ’60.  Zijn entourage wordt uitgebreid beschreven. En ineens denk ik: verdorie, dat is Hugo Claus! Die was echt perfect getypeerd, zijn taal, zijn houding, alles. Dan gaat de bal aan het rollen. Als dat Hugo Claus is, dan is dat Harry Mulisch en dat Kitty Courbois… Maar wie was Lucas Loos dan? Meteen werd er een detective in mij wakker. Ik ben beginnen zoeken en zoeken, tot ik ontdekte dat Loos Peter Schat is, een componist die in 1969 een opera over Che Guevara heeft geschreven. Iemand die ik kende!’

‘Als kind was ik verslaafd aan de Standaard Encyclopedie en de Winkler Prins. Plots herinnerde ik mij dat in het jaarboek van ’69 een foto stond die mij toen al geïntrigeerd had: Peter Schat die de opera Reconstructie dirigeert. Die bewuste opera, gecomponeerd op tekst van Mulisch en Claus. Dat gaf me echt een geweldige schok. Heel mijn kindertijd kwam terug.  Ik denk dat ik op mijn eigen kinderlijke manier verliefd was op die Peter Schat, zoals hij daar stond, armen wijd, voor het orkest. En toen was ik echt volledig hooked door het verhaal.’

MOORD?

‘Toen ontdekte ik dat ook het centrale incident waar het boek over gaat, waar gebeurd is. Schat had een moeilijke relatie met de bloedmooie actrice, Marina Schapers. Het koppel ruziede voortdurend en Schat had al even voortdurend a-côtés met jongens. Iedereen wist dat. Op een gegeven moment staan ze op het punt: bij elkaar blijven of uiteen gaan. Om die beslissing te nemen, trekken ze naar een villa op een Grieks eiland. Helaas is die villa gebouwd naast een ravijn. Op een nacht valt Marina van het terras in dat ravijn. Dood. Geen getuigen. Een ongeval, zegt Schat. De politie gelooft hem en de zaak wordt gesloten. Dat was in 1981.’

‘Tot op de dag van vandaag twijfelen mensen over wat daar gebeurd is. En daarover gaat ‘Lucifer’. Conny Palmen reconstrueert daarin de zoektocht van de artistieke scene in Amsterdam naar de waarheid: is het moord, zelfmoord, een ongeval? Volgens Schat was Marina aan het roken, liet ze haar sigaret vallen, graaide ernaar, dronken, en viel. Heeft hij haar geduwd? Is ze gesprongen? Niemand weet het en dus begint iedereen te fantaseren.’

BESMET

‘Het rare is, je wordt zelf ook lid van die bende speurders. Ik heb Schat meteen gegoogled, ik heb in het VRT-archief alle filmpjes opgegraven waar Schapers in voorkomt… Echt waanzin, zoals dat boek mij in zijn greep had. Ik heb zelfs een interview teruggevonden van Ischa Meijer (de eerste man van Palmen) met Peter Schat waarin hij zegt: “mijn vrouw is recent overleden, ik mag er niet te veel over denken of ik word gek.” Maar ik werd er ook gek van, van dat boek. Ik heb uiteindelijk aan Connie zelf gevraagd: ‘dat personage, ben jij dat?’ Ze was niet geneigd daar veel tekst en uitleg bij te geven.’

‘Het boek lijkt een sleutelroman, maar Palmen foefelt. Ze stopt er brieven in van Schat die ze zelf geschreven heeft, ze introduceert personages die niet bestaan hebben. Daardoor raak je als lezer, als detective, verschrikkelijk gefrustreerd. De auteur bouwt doelbewust valstrikken in, je krijgt geen antwoord. Ik was daar kapot van.’

‘Het boek wordt echt een beest, iets dat aan je vreet. De zoektocht van de mensen naar de waarheid zet zich voort in de relatie tussen de lezer en het boek. Wat is verzonnen, wat niet, wat is feit, wat is fictie? Niet toevallig het centrale thema van Palmen. Ze legt hier de bron bloot van alle kunst. We weten eigenlijk niks over het leven, en bij een gebrek aan een definitieve waarheid moeten we ons verhaal zelf verzinnen. Zo ontstaat literatuur: als een visie op het leven. Een licht op de condition humaine.’

‘Veel mensen die dicht bij Peter Schat stonden, zoals zijn laatste lover, de columnist Stephan Sanders, hebben het boek mislezen als een ordinaire sleutelroman, waarin Palmen zou aantonen dat Schat zijn vrouw vermoord heeft. Dat staat er volgens mij helemaal nergens. Het draait om de frustratie, omdat we de waarheid niet kennen. Je voelt dat Connie daar zelf ook door geobsedeerd is geraakt. Ik denk dat de echt grote boeken een eigen leven leiden, waar ook de auteur zelf niet 100% controle over heeft.’

‘Onbegrijpelijk dat dit boek nooit bekroond is. Waarschijnlijk was het te controversieel en dat is nooit goed voor jury’s – maar wel voor lezers. Het zijn die boeken die onze diepste snaren raken. Als voor- en tegenstanders elkaar in de haren vliegen, zit de auteur op rozen. Heeft Oscar Wilde dat niet ooit eens gezegd?’

DE AUTEUR:een romancière met een diploma filosofie en een dada voor de relatie tussen woord & werkelijkheid
HET BOEK: een sleutelroman over de zaak Peter S. of een bespiegeling over romankunst?
VERSCHENEN IN: 2008
CONNIE PALMEN, Lucifer. Prometheus, 351 blz., 19,95 €.

Thomas Mann, James Joyce en Marcel Proust hebben hun plaats in de literaire hemel al veroverd. Elke week vraagt DSL aan een overtuigde lezer wie een plek naast hen verdient. Radio-cameleon  & Terzake cultuurjournalist Lieven Vandenhaute verzamelt elke werkdag de losse eindjes van de actualiteit in Nieuwe Feiten ( Radio 1).