Louis Tobback over ‘The Culture of Contentment’ van John Kenneth Galbraith

DSL – 21/10/2011 – Het Laatste Oordeel

‘Ik ben geen fictielezer. Als ik het al doe, lees ik fictie altijd meer als de illustratie van een filosofisch maatschappelijke thesis dan als een roman. Anders zegt mij dat niets. De enige uitzondering die ik daarop maak, zijn de Maigret-jes van Simenon.’

‘Mijn voorkeur gaat uit naar geschiedenisboeken, want wie zijn geschiedenis niet kent, is veroordeeld ze opnieuw te beleven. Balzac heeft in zijn romans geprobeerd om een beeld te schetsen van de 19e eeuw, maar -de literaire waarde daarvan buiten beschouwing gelaten, want ik persoonlijk niet zo gevoelig voor ben- niets beschrijft de comédie humaine van die tijd zo goed als een biografie van Napoleon de Derde. Ik denk dat de werkelijkheid meestal de fictie overtreft.’

‘Ook mijn politiek engagement maakt onlosmakelijk deel uit van hoe ik lees. The Culture of Contentment van John Kenneth Galbraith heb ik jaren geleden gekocht, kort nadat hij een doctoraat honoris causa kreeg aan de KUL. Ik vind het een van de meest miskende werken van de 20e eeuw, want het is een buitengewoon profetisch boek: op basis van wat Galbraith in ’92 schreef, had je het drama van vandaag kunnen voorzien. Van het succes van de NV-A tot de bankencrisis; het morele, economische en sociale verloop van de geschiedenis staat hier perfect beschreven.’

‘Galbraith zegt zelf dat hij dat bekijkt niet als econoom, maar als een antropoloog die een stam ergens op een eiland in Polynesië observeert, en alleen beschrijvend optreedt, zonder te oordelen over of hun tradities en gebruiken vreselijk zijn. Dat is natuurlijk niet waar, hij was erg geëngageerd.’

‘Sindsdien heb ik mij, als ik iets lees over de economische crisis of de politieke problematiek, heel vaak de vraag gesteld: maar dat stond daar toch allemaal in. Wilde men het niet weten? Nee, men wilde het niet weten.’

GOUDEN KALF

‘De Fransen hebben daar een hele mooie uitdrukking voor: ‘cachez-moi ce sein que je ne saurai voir’. Verstop mij die borst want ik wil ze, ik kan ze niet gezien hebben. Dat is de bankencrisis: ‘ik weet dat op de beurs spelen niets voor mij is, maar ik doe het toch, want het brengt mij op. Natuurlijk eindigt het vroeg of laat slecht, maar hopelijk ben ik tegen dan weg.’ Dat korte-termijn-denken beschrijft Galbraith heel mooi. Hij voorspelt ook dat wanneer de banken over de kop gaan, de belastingbetaler daarvoor zal opdraaien. Hebben we dat de laatste jaren niet meegemaakt?’

‘Helaas is dit een totaal onderschat boek; men had het beter tijdig gelezen. Zeker de sociaal-democraten en de Westerse socialisten hadden dit op tijd moeten lezen. Eigenlijk vind ik dat je een goedkope vertaling zou moeten maken, en die bij iedereen gaan bussen.’

‘Want toen de Israëlieten rond het gouden kalf begonnen te dansen, was zelfs Mozes was niet in staat om hen daarvan af te houden.  Toen is Jaweh himself moeten tussenkomen. Het risico is, maar ik hoor niet bij de pessimisten, dat het een keer te laat zal zijn om hen er nog van weg te sleuren. En er is genoeg voor ieders behoefte, maar zeker niet genoeg voor ieders hebzucht. Dat is, volgens mij, de essentiële tegenstelling tussen links en rechts. En dat vind je hier perfect omgezet in economische, maatschappelijke en politieke termen.’

KLEINBURGERIJ

‘Voortdurend vraagt men mij wat er aan de hand is met de sociaaldemocratie, of waarom de NV-A vandaag zo goed scoort met De Wever. Ook dat antwoord staat hierin: de sociaaldemocratie gaat ten onder aan de zelfgenoegzaamheid van een uitgebreide middenklasse, die vooral haar eigen welstand wil garanderen.’

‘Want ik ben ervan overtuigd dat je contentment moet vertalen door zelfgenoegzaamheid, die aanzet om vooral te zorgen dat het blijft zoals het is. En als de wereld toch verandert, geef je de schuld aan alle anderen te geven maar niet aan uzelf.’

‘Als ik opkom tegen het afschaffen van de opkomstplicht, is dat om wat Galbraith hier schrijft over Amerika,  waar geen stemplicht is. Daar stemt vooral die hogere middenklasse, die haar eigen welstand probeert veilig te stellen. En dus is het die kleine groep die alles bepaalt.’

‘Ik herinner me een film over een grootburgerlijke Joodse familie in de Ruhr die in 1932 op de radio hoort dat Hindenburg Hitler tot rijkskanselier heeft benoemd. Daarop zegt de historicus van de familie: ,,Dit wordt de ergste dictatuur uit de geschiedenis, de dictatuur van de kleinburgerij.” Dat is wat we nu meemaken. De Wever is natuurlijk geen dictator, ik ga er van uit dat hij een democraat is, maar dat is wel het kiezerscorps van De Wever. De contented.’

‘En dan krijg je, om verder in de literatuur te gaan, wat Faulkner en Caldwell in hun romans hebben beschreven als het racisme van de poor white. “Om mij iemand te voelen, heb ik iemand nodig die minder is dan ik.” Dat kan een jood zijn, dat kan een zwarte zijn, dat kan een waal zijn.’

‘Dat is wat mij fundamenteel stoort in dat nationalistische gedachtengoed: het heeft altijd behoefte aan een vijand. Met een hoofdletter of met een kleine letter, en bij ons met een kleine letter, dat wil ik er graag aan toevoegen, niet als voorzorg, maar omdat ik dat geloof. Het is nationalisme aux petits pieds, niet het nationalisme dat oorlog veroorzaakt, maar fundamenteel is het wel hetzelfde.’

ULTRA-LIBERAAL

‘Wat Galbraith beschrijft is de dominantie van een ultra-liberaal gedachtengoed, en de gevolgen daarvan. Of dat dat dan beoefend wordt door Tatcher, Reagan, Bush, of door de jonge Verhofstadt maakt  niet uit. Maar als ik de  Verhofstadt zie waar ik twintig jaar geleden mee in de clinch lag, en de Verhofstadt van vandaag waar ik het in vele opzichten mee eens ben, wie is er dan geëvolueerd? Als hij vandaag voor Eurobonds pleit, dan pleit hij voor meer staat. Hij pleit nu voor een Europese regering.  Daar waren zijn toenmalige inspiratoren Hayek en Friedman als de pest tegen.’

‘Herinner je je de beruchte speech van Tatcher voor het Europa-college waarin ze haar opvatting verkondigde over Europese eenmaking? “Ik heb het socialisme niet uit Londen verjaagd om het langs Brussel terug binnen te brengen.” Voor haar was alles wat sociale zekerheid, arbeidsreglementering en economische regulering te maken had socialisme. Zij wou een grote vrijhandelszone en daarmee gedaan. Vandaag levert de centrumrechtse Duitse bondskanselier Merkel strijd voor precies dat eengemaakt Europa waar Tatcher niet van wou weten, om van daaruit regels te kunnen opleggen. Vandaag zit Sarkozy eigenlijk mee een verstaatsings- en dus socialistisch spoor. Het probleem is dat alleen de socialisten dat niet beseffen.’

‘Weet je wat Voltaire aan Rousseau schreef toen hij zijn Le Bon Sauvage gelezen had? ‘Quand je vous lis, il me reprend envie de marcher à quatre pattes’ – diezelfde aanvechting om terug op vier poten te beginnen lopen, voel ik als ik Friedman lees. Want dat was dezelfde “vergeet de beschaving, vergeet de organisatie, weg met regeringen, weg met de staat, alleman voor zichzelve en voor zichzelve alleen en dan gaan we er komen.” Wel, ik denk dat Verhofstadt vandaag Galbraith ruimschoots boven Friedman zou verkiezen.’

‘Gelukkig zijn de media de realiteit niet, zo verguisd is dit gedachtengoed niet in Amerika. De VS hebben drie jaar geleden eigenlijk links gestemd. En Obama is in de peilingen nog altijd ruimschoots favoriet voor een herverkiezing. The noise wordt wel gemaakt door rechts, maar het news nog altijd door Obama. En ondanks alle teleurstellingen over wat hij niet heeft waargemaakt, moet je ervan uitgaan dat de meerderheid van de Amerikanen gelukkig nog altijd niet zo gek is als Palin, of zo waanzinnig als Bachmann en niet bereid alleen maar te bidden zoals Perry.’

BELASTINGEN!

‘Eigenlijk zegt Galbraith: “onze welvaart is verzadigd, maar om de economie draaiende te houden, krijg je een overaanbod aan luxe-goederen, terwijl je een onder-aanbod krijgt van elementaire voorzieningen. De vraag is niet, wat kunnen we daaraan doen, maar hoeveel zijn we bereid daarvoor te betalen. En het antwoord is: te weinig.”’

‘Kijk maar naar zijn hoofdstuk over fiscaliteit en over de teloorgang van de openbare diensten. ‘De beschaving begint met het betalen van belastingen’ – dat staat in gouden letters op het fronton van het Ministerie van Financiën in Washington. Maar dat durft vandaag de dag niemand meer te zeggen, ook de socialisten niet. Alleen af en toe een progressieve intellectueel, maar “zolang dat een zonderling blijft”, zegt Galbraith, “komt dat zelfs de aanhangers van de culture of contentment goed uit, want dat geeft de indruk dat we toch in een democratie leven”.’

‘De vraag hoeveel we willen betalen, is eigenlijk de vraag wat iedere burger bijdraagt tot het functioneren van de samenleving. Want hij wil wel scholen en wegen en politie, en ook sociale zekerheid, maar hij wil er niet voor betalen, en als hij er voor betaalt, begint hij al bij voorbaat te zeggen dat het niet doelmatig gebruikt wordt en sommigen er ongetwijfeld van profiteren. Ja, aan zichzelve kent men een ander.’

‘En dus heeft de functional underclass, die het systeem doet draaien, geen vooruitzicht meer op sociale vooruitgang. In ‘92 had men in Europa nog het excuus om te denken dat dat een Amerikaans probleem was. Maar wie bij de hond slaapt, krijgt zijn vlooien. Het percentage mensen dat beneden de armoedegrens leeft, is hier intussen net zo hoog als wat Galbraith in ’92 verontrustend noemt in de VS; daar is het intussen nog flink doorgestegen.’

JACQUERIE

‘Ook de rellen in Londen kan je vanuit Galbraith gaan bekijken. Sociale onrust is volgens hem een gevolg van steeds groter wordende sociale ongelijkheid; en we zijn heel tolerant tegenover sociale ongelijkheid zolang die onze eigen welstand garandeert.  Maar je moet wel een onderscheid maken tussen een sociologische verklaring en een probleem van verantwoordelijkheid.’

‘Wie een winkelvitrine inslaat en leeghaalt, is een plunderaar en een dief. Die moet je pakken en bestraffen. De klassensamenleving is geen excuus om zoiets te doen. Maar de vraag is: waarom krijg je in plaats van één individuele dief ineens een opstand, waarbij je de politie van heel Groot-Brittannië moet mobiliseren om die onder controle te houden?’

‘Vroeger was de kloof tussen de gewone mens en de upperclass zo groot, dat de armen die onoverbrugbaar achten. Bovendien waren de rijken discreet. In de huidige mediatieke situatie heb je nog maar weinig discrete rijken, dus dat steekt voortdurend de ogen uit. En dan heb ik het niet over de extravaganza van een of andere voetballer, maar over de zichtbare rijkdom van de helft van de samenleving, want de welstand heeft zich –gelukkig- uitgebreid. Dan heb je een verklaring voor het feit dat die onderklasse daar gaan tegen revolteren en ageren.’

‘Vergelijk het met een boer onder Lodewijk XIV die deelnam aan een Jacquerie, een boerenopstand, en die begon te moorden en te plunderen. Ja, dat was een moordenaar en een dief, de maatschappelijke omstandigheden verontschuldigen hem individueel niet, maar zou zelfs De Wever zijn huisideoloog Theodore Dalrymple durven beweren dat die boer moest verhongeren met uitzicht op de praal van Versailles?’

‘Bovendien hebben we zo lang gezegd dat er geen politiek meer is, geen ideologie meer is, dat mensen blind woest worden. En dus dit soort dingen beginnen te doen. Terwijl je, vanuit een sociaaldemocratie, regelmaat in die massa zou moeten brengen. En de eerste die dat gaan proberen te beletten, zijn de aanhangers van de culture of contentment. Want de contented willen absoluut niet dat je van die underclass een politieke macht maakt.’

‘Natuurlijk keur ik niet goed wat daar gebeurt, dat keurt niemand die bij zijn verstand is goed. Maar je moet wel zoeken naar een verklaring voor wat daar gebeurt. Als je zegt dat dat alleen maar de samenloop is van individuele verantwoordelijkheden van individuele luiaards, die het in de samenleving niet willen maken, dan ben je fout bezig. Dan loochen je iedere sociologische of wetenschappelijke aanpak van de problemen, en sluit je ook iedere oplossing uit. Dus eigenlijk is Galbraith ook nog een antwoord op Dalrymple, hij weerlegt hem avant la lettre.’

DE AUTEUR:

adviseur van Roosevelt, Truman, Kennedy & Clinton, nachtmerrie van Reagan. Overtuigd Keynesiaan. Eerste pleitbezorger van de war on poverty. In Amerika beschouwd als links; door Brezhnev uitgenodigd in de USSR ‘zodat hij zou weten hoe het voelt om reactionair gevonden te worden.’  

HET BOEK:
een scherpe analyse (al noemt Galbraith het liever een observatie) van hoe de zelfgenoegzame middenklasse in de industriële wereld er alles aan doet om zijn welvaart te behouden 

VERSCHENEN IN: 1992
JOHN KENNETH GALBRAITH, The Culture of Contentment. Houghton Mifflin, 208 blz., enkel tweedehands

Thomas Mann, James Joyce en Marcel Proust hebben hun plaats in de literaire hemel al veroverd. Elke week vraagt DSL aan een overtuigde lezer wie een plek naast hen verdient. Oneliner-kanon Louis Tobback is ex-SP voorzitter, Minister van Staat, ere-senator en burgemeester van Leuven.