#uitwuiven – Jacqueline Harpman overleden

Jacqueline Harpman is overleden. Daarmee verliezen de Belgische Letteren hun grootste auteur van de 21e eeuw. De Belgische zeg ik, en voor één keer is dat niet alleen een unitaristisch statement. Harpman was franstalig, en de taalgrens loopt zo mogelijk nog strakker door ons literaire taalgebied dat door het hoofd van BdW.

Onvertaald maakt onbekend maakt onbemind.

In de afgelopen 15 jaar heb ik haar altijd als mijn grootste Belgische voorbeeld genoemd, iets wat steevast onthaald werd op ‘Wie?’ – of in het beste geval op ‘Qui, maar dat is een française, nee?’

Jacqueline Harpman was  een heldin in mijn literaire universum, niet in het minst door haar  superieure karakteropbouw en haar glasheldere visie op het menselijke denken en handelen – wellicht dankzij haar jaren als  psycho-analytica. Mens of onmens, Harpman begreep elke psyche van binnenuit.
Maar meer nog dan zieleschetser was ze een rasauteur. Met een stijldiepte om van achterover te slaan en een toonpalet dat eindeloos leek. Geen twee boeken die meer van elkaar verschillen als ‘Ik die nooit een man heb gekend’ en ‘Het strand van Oostende.’ Terwijl er niet eens een decennium tussenzit.
Zelf noemde ze schrijven ooit ‘een erotisch spel, een flirt tussen werkwoorden, substantieven en adjectieven’ en ‘het gevecht aangaan met een moeilijke zin’ de enige sport die ze beoefende – dan weet je het wel.

Dat Harpman in elk opzicht één van de groten was, daar bestaat geen twijfel over. Dat ze waanzinnig ondergewaardeerd was in Vlaanderen evenmin. Op een oud artikel uit DSLetteren na, dat ik op een Russisch mondeling examen onder mijn neus geschoven kreeg met de vraag de vrouw op de foto te beschrijven, heb ik zelden iets over haar gelezen.

Jarenlang heb ik haar telkens weer genoemd als iemand die ik doodgraag nog eens zou interviewen. Vorige week nog, in een keukentafelbrainstorm over de DS-zomerreeks Villa Hellebosch, was ze mijn eerste keuze. ‘Het gedroomde dubbelinterview? Jacqueline Harpman met Jeanette Winterson. Alleen gaat dat niet, want zouden die elkaar niet begrijpen door de taalbarrière.’

Helaas was dat ook wat mij altijd angst aanjoeg – en stond tussen haar en mij, net iets te vaak, haar voorliefde voor de passé simple & de subjonctief imparfait. Maar al is haar frans even complex als de menselijke relaties die ze ermee fileert, het is de inspanning waard. Elke letter. Of krijgen we nu, après la lettre, eindelijk alle vertalingen?