Only Lovers Left Alive
Gisteren de nieuwe Jim Jarmusch gezien. Een paar bedenkingen:
– Detroit. Natuurlijk. Geen mooier icoon van verval.
(En het Michigan Theater, met die auto’s erin geparkeerd.)
– En alles draait en blijft maar draaien, als dervishen.
– Barok. Blasé. Briljant.
– Einstein, Shakespeare.
Sommige namen zijn zo groot dat wat je er ook mee doet altijd naar een cliché ruikt.
– Een vampier die reislectuur inpakt en Infinite Jest naast Kafka en de Quijote legt,
dat is het eerbetoon van the King of Cool aan die andere ‘suicidal romantic scumm‘
– ‘How can you have lived so long and still not get it?‘
Eve vertelt Adam waar het leven om draait: minder somber navelstaren, meer kunst, en meer dansen.
– Want waartoe dient het eeuwige leven anders dan tot het perfectioneren van kunst? Of om talen te leren?
– Volgens die portrettengalerij waren alle grote kunstenaars vampieren (of door hen gevoed met werk en ideeën). Paul De Wispelare: alle auteurs zijn vampieren, die zich voeden aan de levens van anderen.
– Tilda, Tilda, Tilda.
– Natuurlijk. Relatiecrisissen tussen vampieren gaan over de wens te sterven.
-‘You’re just a couple of condescending snobs!‘ Sja. Dat geldt ook een beetje voor de hele film.
– Flinterdun is de grens tussen boutade en inzicht, tussen schoonheid en kitsch.
-Werkelijk alle inhoudelijke vragen laten liggen, dat moet een bewuste keuze zijn.
-Yasmine Hamdan. Die was ik even vergeten. Wat een stem.
– Misschien is dit eerder een bewegend schilderij, gedragen door muziek, dan een film.
Als het probeert meer te vertellen, is dat algauw te veel.