raciste de la rue #inzwartwit

Het houdt nu al dagen aan, dat geleuter over of een witte Sint met zwarte Pieten wel of niet politiek correct is, en of dat in deze Modern Times niet anders zou moeten. Of het cultureel-historische gegeven voorgaat op het etnisch-onverantwoorde. U merkt het wellicht aan het aantal lettergrepen per woord dat deze discussie zich voornamelijk afspeelt in wat tegenwoordig links-intellectuele kringen heet.

Mij zal de kleur van de Sint persoonlijk worst wezen – zwart of wit, het blijft een tsjeef. Waar ik veel meer van schrik, is van hoe diepgeworteld het alledaagse Vlaamse racisme is. En vooral: hoe alledaags het is. Hoe ingeburgerd. Hoe normaal. Hoe ongegeneerd.

Schelden op moslims mag. Meer nog, het moet bijna. Wie er een andere mening op nahoudt, moet tegenwoordig al sterk in zijn schoenen staan om nog tegen die Grondstroom in te gaan. (Dat geldt overigens ook voor kritiek geven op BDW in het openbaar.) Racisme in openbare ruimtes is normaal geworden. Elke keer weer schrik ik me rot van het gemak waarmee er in gesprekken op -vnl. islamitische- migranten gescholden wordt (ook op Oostblokkers, vrouwen en homo’s, maar merkelijk minder). Zonder blikken of blozen worden de salaam aleikum-grappen en de Osama-opmerkingen aan elkaar geregen, alsof het ondenkbaar is dat een blanke zou kunnen vinden dat migranten van Arabische origine geen vrouwonvriendelijke profiterende leeghangers zijn -laat staan dat er binnen die groep ruimte is voor nuance; een makak is een makak is een makak-, en zich dus aan dat neerbuigende discours zou kunnen storen.

Ik vind dat stuitend. Dat zoiets in deze tijden kan. En vooral: ik word daar triestig van. Dat onversneden, sociaal aanvaarde racisme is wat mij betreft even erg als allochtone jongeren die pede en putain roepen bij elke gelegenheid. #verborgencamera bij de autochtone bakker, tegellegger & kinesist, anyone?