schrijvers tippen muzikanten #weekvdbelgischemuziek

13/2/2021 — Leuven Leest stelde me deze vraag: Naar welke muziek van Belgische artiesten heb je geluisterd in de lockdown? Is er een groep die je dan ontdekt hebt. Is er muziek blijven hangen via de radio… Welke Belgische artiesten zorgden voor een manier om te vluchten, weg te duiken, weg te dromen, vast te houden…

Ik tipte: Revue Blanche // Shelter Collegium Vocale // Johannes Passie
Waarom? Dat kan je hieronder lezen.

Wat ik het meest heb gemist, en nog steeds mis, tijdens de corona-cultuur-quarantaine, is vocale muziek. Er zijn weinig dingen in de wereld die me zo hard kunnen raken als de menselijke stem, omdat de muziek dan, zonder dat er een instrument tussenstaat, rechtstreeks vanuit het lichaam van de zanger het lichaam van de luisteraar binnendringt. Veel intiemer wordt het niet.

Hoe groot dat gemis was, werd me duidelijk toen ik tijdens de eerste quarantaine in maart op FB op een filmpje stootte van het Tsjechische ensemble Collegium 1704 met mondmasker Monteverdi’s Lamento della Nimfa zag zingen. Ik was er dagenlang kapot van.

Ons eigen Collegium Vocale zette, op vraag van Philippe Herreweghe, kort nadien de generale repetitie van hun Johannes Passie online, opgenomen in het Concertgebouw van Brugge op 13 maart, nog net voor de lockdown. Het was een fenomenale uitvoering, die de concertzalen helaas niet meer haalde; de hele tournee werd, net als die van de Mattheuspassie, afgelast. Een voorbode van de slechte tijden die, zeker voor (koor) zangers & musici, zouden volgen: in heel Europa kwamen duizenden freelancers maandenlang zonder werk en zonder inkomen te zitten.

Met de Johannespassie heb ik al langer een bijzondere band. Het is niet alleen een prachtig verhaal met een ijzersterke dramaturgische boog, maar ook onwaarschijnlijke mooie muziek, van een zeldzame emotionele heftigheid — hoe ingetogen het ook klinkt. En er zitten een paar van de mooiste Bach-arias in die ik ken. Misschien hou ik er zo van omdat ik het zo vaak heb gehoord tijdens de repetities van de geënsceneerde versie And thou must suffer, in een ijzersterke regie van Pierre Audi en eveneens met Collegium, waar de hedendaagse componisten Samir Odeh-Tamimi & Annelies Van Parys het stuk voorzagen van een proloog, tussenspel en epiloog. Van Parys gebruikte hiervoor tekst van Jeanette Winterson, iemand die in mijn boekenkast ook onontkoombaar aanwezig is; “There is no love that does not pierce the hands and feet” liet ze het koor zingen. Als covid één ding duidelijk gemaakt heeft, in deze tijden van eenzaamheid en huidhonger, is het wel dat.

Om een deel van die eenzaamheid op te vangen, en toch iets van troost te bieden aan mensen die zelfs geen afscheid mochten nemen van wie ze verloren hadden, want zelfs sterven moest alleen, organiseerde ik samen met 123-piano de vaarwelmomenten Adieu, waarbij we zangers en dichters met een pianiste op begraafplaatsen lieten optreden. Tijdens het allereerste concert op Campo Santo, voor mij een heel emotioneel moment, omdat het de eerste keer was in maanden dat ik iemand live hoorde zingen, bracht sopraan Lore Binon Ravels Kaddisch. Charles Ducal las er Pessoa bij. Zelfs als ik daar nu, maanden later, aan terugdenk, krijg ik nog kippenvel. Je vindt het lied, niet met piano, maar in ensembleversie, op de Revue Blanche cd Shelter. Lore en Charles vind je, samen met 20 andere Belgische zangers en dichters, op de Adieu­-­cd, die we samen met Poëziecentrum uitbrachten.

De lijst van alle tips vind je hier.