A man’s world #vraagstuk @DSW

01/07/2023, DSWeekblad — Laat mij u, in mijn laatste vraagstuk voor de zomer, iets opbiechten. Al sinds het begin van deze reeks heb ik een verborgen agenda: in elk vraagstuk een vrouw binnensluizen. Wellicht is het u niet eens opgevallen. Dat was de bedoeling: als ik uitsluitend vrouwen zou aanhalen, zou dat alleen maar weerstand opwekken. Maar ik wou er wel altijd één vrouw inschrijven. In het verhaal én in ons collectieve geheugen. Liefst met foto. Of zoals Annelies Verbeke het in Optimistische Woede, het emanciperende manifest van schrijverscollectief Fixdit, zo mooi zegt: ‘We willen de canon niet aanvallen, maar aanvullen.’

Namen noemen is hoe canon wordt opgebouwd. Mannen citeren elkaar voortdurend, zodat ze niet vergeten raken en aan gewicht winnen, want ook in analoge algoritmes is wie het vaakst genoemd wordt het belangrijkst — zowel in academische publicaties als in de kunsten. Nochtans waren er, in alle tijden, evenzeer vrouwelijke denkers en kunstenaars, maar ze verdwenen uit de geschiedenis omdat ze niet gecanoniseerd werden. Mannen doen dat niet met vrouwen, en vrouwen evenmin; ook zij noemen vaker mannen — uit gewoonte, omdat ook zij met die canon zijn opgegroeid of omdat het meer geloofwaardigheid oplevert. Met eenzelfde zelfverloochening gooien vrouwelijke interviewers zich al te vaak kritiekloos aan de voeten van mannen: punten scoor je door te bewijzen dat je de Grote Man begrijpt.

Slaan de heren toch de bal mis, vergeven we hen dat, want alleen experiment leidt tot excellentie. Dat artistieke (of academische of politieke) falen is vrouwen niet gegund; ze krijgen noch de middelen noch het krediet. Hun carrièretraject verloopt heel anders en bij de eerste fout liggen ze er meestal uit.

Een voorbeeld. Dirigent Jorma Panula, die jonge talenten opleidt, liet zich meermaals ontvallend dat vrouwen ‘het niet kunnen’. Hij zwakte de uitspraak nadien wel af (slechte dag, masterclass met meiden die slecht presteerden) om vervolgens te benadrukken hoe belangrijk het is dat zijn jonge pupil (m), die hij introduceert bij en laat oefenen met grote orkesten, kan blunderen en daaruit leren; hij krijgt die ruimte wel.

Ter vergelijking: in de documentaire The Conductor vertelt Marin Alsop, ook wereldklasse, hoe zij aan de top is beland. Als kind al te horen gekregen dat vrouwen niet dirigeren. Geweerd uit elke masterclass. Uit koppigheid dan maar een eigen ensemble opgericht, om te kunnen oefenen. Wantrouwig bekeken door orkestleden en lang geschuwd door de grote orkesten uit angst dat een vrouwelijke dirigent hun prestige zou schaden. Geen ondersteuning, maar weerstand, waar je alleen met eindeloze koppigheid, veel lef en geluk doorheen kan breken: dat is al eeuwenlang het typische traject van vrouwelijke genieën. En toch komen ze er. Ondanks, niet dankzij. Zeg nu nog eens, Bart De Wever, dat vrouwen biologisch gezien minder ambitieus zijn dan mannen.

‘geboren als een zij en gottegot wat een gedoe / dat wie geboren als een zij met lijf dat / alles kan door heelder maatschappijen / weggepraat achter wie man’ schrijft Joke Van Leeuwen (nog zo’n vrouw die een standbeeld verdient als vrouwen al standbeelden zouden willen/krijgen; hoeveel standbeelden van vrouwen ken je?) in Aan tafels. Klopt helaas nog steeds, al zijn er kleine veranderingen merkbaar. Zoals in Oxford, waar het natuurkundig museum bordjes heeft toegevoegd met de namen van de onzichtbare vrouwen op wiens onderzoek de bekende mannen hebben gebouwd. Een mooi begin. Maar hoe diep gaan zulke emancipatorische maatregelen ? Verandert er echt iets, of blijft het bij diversiteitsvernis?

Een voorstel. Als we het echt menen met inclusie, maak dan van alle topjobs een duobaan (m/v)

Sinds de Guerilla Girls in 1985 het aantal vrouwelijke naakten in het Metropolitan Museum (85%) afzetten tegen het aantal vrouwelijke kunstenaars aan de muur (minder dan 5%) hebben de meeste museumdirecteuren begrepen dat er een verschil is tussen maker en onderwerp. In de podiumkunsten lijkt dat moeilijker door te dringen: als gevolg van het woke-bewustzijn maken mannelijke makers plots massaal voorstellingen over vrouwen(emancipatie) die als (v) afgevinkt worden, waardoor vrouwelijke makers nog minder aan de bak komen dan voordien. Maakt een team vrouwen toch samen een productie, ziet men dat als een feministisch statement. Werkt een team van enkel mannen samen, is dat geen bevestiging van het patriarchaat, maar gewoon een meesterwerk. Vrouwen maakten overigens al lang voorstellingen over vrouwen, ongezien en onbemind. Nu mannen het doen, is het een hype: politiek en belangrijk. Ook mannelijke auteurs spreken opeens over hun favoriete vrouwelijke auteurs en personages. Prachtig, maar op de twee pagina’s die ze krijgen om over hun vers ontdekte vrouwvriendelijkheid te praten, staat alweer geen vrouw. Nooit hoor je mannen zeggen: vreemd, dat er geen vrouw in dit panel zit. Of aan deze vergadertafel. Wie altijd in de meerderheidspositie heeft gezeten, beseft niet dat de stoel waarop hij zit altijd een stoel is waarop iemand anders niet zit.

Is het dan nooit goed, hoor ik u denken? Wat wil je dan? Dat die mannen spontaan hun plaats afstaan? Geen zorg. Hoeveel aandacht er ook is voor inclusie, iedereen waakt er wel over te diversifiëren zonder zichzelf te schaden of de eigen positie ter discussie te stellen. En vrouwen zijn nu eenmaal geen minderheid die je kan afwimpelen met schijndiversiteit, maar de helft van de wereldbevolking. (Dat je desondanks kan afstuderen zonder één boek te hebben gelezen waarin de wereld uit vrouwelijk perspectief wordt bekeken, omdat boeken van mannelijke auteurs met mannelijke hoofdpersonages vaker de leeslijst halen, is hemeltergend. Tegelijkertijd is het een spiegel van de maatschappij: ook die is volledig naar mannelijk model ingericht.) Als we echt willen emanciperen, volstaat het binnensluizen van een paar excuustruzen niet. Dan moet je de helft van de plaatsen afstaan, op alle niveaus. En dat wil niemand, want als een sector vervrouwelijkt, dalen de lonen — soms met wel 50%. Andersom zijn vrouwen plots welkom als een job aan prestige verliest en het budget krimpt, getuigt een vrouwelijke intendant: ‘Mannen hebben jarenlang de pot leeg gegraaid, en nu het geld op is, mag ik dit festival leiden — omdat ik maar de helft kost van een man. Dat heet dan emancipatie.’ En zo’n doorgedreven vervrouwelijking zou nog ingrijpende veranderingen kunnen veroorzaken. Dirigente Claire Gibault schrijft in een Europees rapport over genderdiscriminatie in de podiumkunsten dat vrouwen alleen kans maken om een culturele instelling te leiden als ze die zelf oprichten. Ook zij stichtte dus haar eigen orkest, dat ze anders leidt dan gebruikelijk: minder egocentrisch, meer egalitair. En met minder privileges voor… zichzelf. Stel je voor: gedaan met de autoritaire genie-cultus, de metoo-doofpotjes en het old boys network

Een voorstel. Als we het echt menen met inclusie, maak dan van alle topjobs een duobaan (m/v). (Gebalanceerd, niet door de oude witte mannen te laten zitten en er onervaren meisjes naast te zetten.) Niet alleen in de cultuur, maar ook in het bedrijfsleven, de academische wereld en de politiek. Zodat de vrouwen in topposities alles vrij kunnen herdenken, vrij kunnen handelen en het maatschappelijke landschap kunnen verbouwen zonder te moeten Thatcheren: een vrouw die moet functioneren in een ‘mannelijk’ systeem moet wel corrumperen om zich te handhaven. Hou dat drie generaties vol, zodat de financiële, psychologische en organisatorische gevolgen kunnen doorsijpelen en jonge meisjes zich aan die voorbeelden kunnen spiegelen bij hun keuzes. Zodat hun trajecten wezenlijk veranderen en ze echt gelijke kansen krijgen. En kijk eens wat dat met de bedrijfscultuur en de beleidskeuzes doet. Ik ben benieuwd naar hoe een horizontaler vrouwelijk businessmodel met meer aandacht voor work life balance, welzijn (niet alleen economisch) en menselijke duurzaamheid zou functioneren. En of ook mannen niet blij zouden zijn eindelijk van dat toxische machismo af te zijn. Maar bespaar ons de hypocrisie. Echt diversiteitsbeleid leidt per definitie tot systeemverandering en het herdenken van het status quo. Al de rest is vernis.

(Ik heb in dit Vraagstuk bewust alleen vrouwen genoemd en één man. Om voor één keer de dagelijkse realiteit om te draaien.)

Het stuk zoals het verschenen is, kan je hier nalezen.