de balans @detijd
26/11/2022, De Tijd — Dit jaar schreef Gaea Schoeters (46) het geschenkboek van Confituur, de belangenorganisatie van de Vlaamse onafhankelijke boekhandels. Cargo speelt zich af tegen de achtergrond van de machtsovername door de Taliban, en toont de impact van politiek op gewone mensen en andersom. Hier maakt de auteur van romans, operalibretto’s, scenario’s en theaterteksten haar persoonlijke balans op.
Wat zijn uw activa?
‘De vrijheid om te kiezen wat ik doe met mijn tijd. Het meest waardevolle in mijn leven is dat ik nog nooit een dag tegen mijn zin heb gewerkt – of het is zeer lang geleden. Dat je om te schrijven weinig materiële dingen nodig hebt, faciliteert die vrijheid. Schrijven doe je met jezelf, je groeiende ervaring en kennis van de wereld en de literatuur, en de vrijheid en tijd om na te denken. Het resultaat daarvan geef je door.’
Wie heeft in u geïnvesteerd?
‘In de eerste plaats de mensen die mijn intellectueel kader creëerden. Ik kom uit een gezin zonder televisie. Er was veel aandacht voor cultuur en lezen, het huis stond vol boeken. Mijn ouders werkten in het onderwijs, en als kind namen ze me zeer ernstig. Ik mocht lezen wat ik wilde, ook dingen die te moeilijk waren, of waarin ik faalde. Op mijn zesde sleurden ze me mee naar musea en lieten me opera’s uitzitten. Ik ben me bewust van hoe groot dat privilege is. Veel kinderen hebben dat geluk niet; daarom is kunstonderwijs in het regulier onderwijs ook zo belangrijk. Zelf waren ze geen kunstenaars, en het adagium was wel: studeer eerst maar iets serieus. Of dat een voordeel of een nadeel is, laat ik in het midden: een omweg is ook een weg. Ook leraren daagden me uit dingen te doen die net boven mijn mogelijkheden lagen. Daarvan leer je het meest, ook al ga je al eens op je bek.’
Subsidies maken maar een klein deel van mijn inkomen uit, en een groot deel geef ik terug aan de maatschappij via investeringen in nieuwe projecten. Maar soms is een basisbudget nodig, en het is fijn dat er een context bestaat waarin kunstvormen die niet onmiddellijk een werkloon genereren, gemaakt kunnen worden. Ook in het bedrijfsleven is dat schering en inslag, maar de perceptie is anders. De voorbije twee jaar ondersteunde Literatuur Vlaanderen de internationalisering van mijn werk. Zo kreeg Trofee een nieuw leven in het buitenland en zijn er zeven vertalingen in de maak.’
‘Annette Portegies van Querido geloofde erg in mijn werk, en niet in de eerste plaats omwille van het verkooppotentieel. Het artistieke stond voorop. Iemand die gelooft in wat je maakt is het misschien allerbelangrijkste voor wie kunst wil maken. Het allermooiste is een lezer die zegt: ik lees zelden een boek uit maar het jouwe heeft me van begin tot eind gepakt. Dat is belangrijker dan alle recensies en subsidies samen.’
Investeert u in anderen?
‘Ja, en zeer breed. Ik heb veel gereisd. Daarvan is me bijgebleven dat mensen veel moeite doen om te helpen als het nodig is. Ik probeer eenzelfde levenshouding aan te nemen. Op mails of vragen voor lezingen ga ik maximaal in. Het neemt veel tijd en energie, maar ik heb in mijn eigen groeitraject gemerkt hoeveel verschil het maakt als iemand je een zetje geeft. Dat probeer ik te doen voor mensen van wie het talent te weinig gezien wordt.
‘Ik ben ooit begonnen als journalist en heb lang freelance voor televisie gewerkt: niet de meest sociale context. Plots realiseer je je: ik heb mijn vrienden al drie maanden niet gezien. Ik besefte al vroeg dat het belangrijk was om nauwe contacten diep te houden. Ook als dat agendagewijs moeilijk wordt, bied ik wel een zekerheid: als er echt iets is/als iemand me echt nodig heeft, laat ik alles vallen. Ook relationeel zorg ik dat ik er ben voor het essentiële. Ik heb geen kinderen, dat was een bewuste keuze. En het scheelt als je partner ook iets heeft met de kunstensector. Dan is het makkelijker begrip te hebben voor elkaars volstrekt onredelijke momenten van monomane focus waarop alleen het werk telt.’
Wat was uw kwantumsprong?
‘Omstreeks 2011 stopte ik met alle betaalde werk omdat ik voltijds, professioneel wilde schrijven. Twee jaar enkel aan een roman werken kon enkel dankzij de vergoedingen van Sabam voor alle soapseries die ik had geschreven. Omstreeks 2015 rolde ik ook in de opera en het muziektheater, maar minder bewust: het was veeleer een gelegenheid die zich voordeed. Maar zeven jaar later heb ik als librettist voor de componiste Annelies Van Parys vier opera’s op mijn conto, die in heel Europa hebben gespeeld.’
Gaat u soms in het rood?
‘Een iets lagere productiviteit zou gezond zijn. De voorbije vijf jaar ben ik zelden uit het rood gebleven. Met een exponentiële roodcurve tijdens corona. Plots werden veel dingen mogelijk waar eerder geen budget voor was, maar ik moest ze wel zelf initiëren. Het gevaarlijke aan ons beroep is dat wie we zijn en wat we maken grotendeels samenvallen. Ik zou nooit zoveel werken als het om de centen te doen was – hoeveel het er ook zijn. Ik doe het omdat de artistieke urgentie zo groot is, de drang om dingen te vertellen op het moment dat het nodig is. Maar daardoor ben ik wel keihard op mijn fysieke grenzen gebotst. De eerste keer dat de dokter het zei, kwam dat besef niet binnen. Ik werd gewoon de hele tijd ziek maar werkte door. Ik merkte dat ik heel fijne projecten niet meer als leuk aanvoelde, maar als iets dat moest. Sinds anderhalf jaar bouw ik het tempo enigszins af. Dat neemt wat tijd. Nu stel ik vast: hey, ik heb weer weekends. Ik laste ook een periode in waarin ik bewust geen projecten door elkaar deed. Focussen op zes dingen tijdens één dag: dat werkt niet. Maar het blijft een probleem. Als kunstenaar ben je een KMO met één personeelslid. Je bent niet alleen schrijver, maar ook secretaresse, planner, promotieteam, boekhouder… Al die ballen in de lucht houden is moeilijk.’
Wie zetelt in uw raad van bestuur?
‘Ik vrees dat ik in het dagelijkse bedrijfsleven een eigenzinnige CEO ben die zelden luistert naar raadgevers. Artistiek toets ik wel af. De betrokkenheid is zo groot dat je soms niet helder ziet. Een externe blik is dan zeer waardevol. Dat doe ik vaak bij Annelies (Van Parys). Van bij het begin liet ik veel lezen door mijn ouders en een aantal goede vrienden. Voor de romans zijn dat mijn redacteurs Annette Portegies en Belle Kuijken. Dat is een ingewikkelde vertrouwensrelatie. Als ik feedback krijg ben ik drie weken boos: “Je kan niet lezen, je hebt het niet begrepen.” Waarna het besef indaalt: “Je hebt gelijk, ik zal het oplossen.” Een redacteur waarmee je het nooit oneens bent: dat kan niet kloppen. Maar er moet wel een fundamenteel vertrouwen zijn waardoor je weet: als het van die kant komt, is het ernst.’
Hebt u al mensen afgeschreven?
‘Hooguit drie. Ik geef mensen veel kansen, ook bij fundamentele breuken of conflicten. Maar als iets me zozeer kwetst dat er geen common ground meer is, heeft volhouden geen zin. Dan valt er ook niets meer te geven. Dat gebeurt echt zelden. Ook als een lange liefdesrelatie kapot is gegaan, blijft er nog veel moois over. Zo zijn mijn ex-partners maken nog steeds deel van wat ik mijn extended family noem. Misschien counter ik het feit dat ik enig kind ben met andere mensen die belangrijk zijn in mijn leven. Aan trouwen, kinderen en samen een huis kopen heb ik nooit gedaan. Daardoor heb ik een vrij atypische ‘gezinssamenstelling’: een roedel van mensen die mij nabij zijn.’
En staat er winst op uw balans?
‘Heel veel. Als het enigszins kan willen we allemaal negentig worden, maar bijna alles wat ik wilde doen heb ik al gedaan. Wat nog komt, is bonus. Een van de enige dingen die ik nog wil is een groot stuk van de wereld zien. Verre reizen, ja, maar ook nabije projecten en ontmoetingen met mensen die veel input geven. Door de vele output de voorbije jaren is het gebrek aan input een tijdelijk verlies. Ook iets meer tijd om af en toe eens niets te doen, is welkom.’
Het stuk zoals het is verschenen, kan je hier nalezen.